De deuren van de dna-afnamelocaties in de zaak van Marianne Vaatstra zijn donderdagavond om tien uur gesloten en 786 mannen hebben de oproep genegeerd. Dat heeft het Openbaar Ministerie vrijdag bekendgemaakt. In totaal hebben bijna 7300 mannen een uitnodiging gehad om mee te werken aan het zogenoemde dna verwantschapsonderzoek. Twee weken lang konden zij hun dna afstaan op verschillende locaties in Friesland. Dat heeft 89 procent ook gedaan.
De komende weken wordt het verwantschapsonderzoek voortgezet en de mannen die nog niet zijn komen opdagen, krijgen een nieuwe kans om hun dna beschikbaar te stellen. In totaal hebben nu 6514 mannen hun dna afgestaan en 786 mannen dus niet.
In Zwaagwesteinde, waar Marianne vandaan kwam, was de opkomst ruim 96 procent. Marianne Vaatstra is in de nacht na Koninginnendag in 1999 verkracht en vermoord gevonden in een weiland in de buurt van het Friese Veenklooster. Ze was op de fiets op weg naar huis.
Op 1 mei 1999 stonden 8080 mannen in de leeftijd tussen 16 en 60 jaar ingeschreven in het GBA van het gebied waar het verwantschapsonderzoek heeft plaatsgevonden. Van deze doelgroep is het onderzoeksteam uitgegaan. Daarvan bleken 358 mannen te zijn overleden en ruim 300 personen waren verhuisd naar een plaats buiten de drie noordelijke provincies. Ongeveer 100 mannen uit de doelgroep verhuisden naar het buitenland.
Begin november komt Crimesite met het boek: Cold Cases. Daarin meer aandacht voor de zaak Marianne Vaatstra en nog twaalf andere indrukwekkende moordzaken die onopgelost zijn.