De 40-jarige Nederlander Morgan S. heeft voor het hof in Leuven zijn aandeel bekend in de doodslag van, en diefstal met geweld op Jane Heupgen (27) in 1999 te Zaventem. Hij is voor deze delicten in 2012, na jarenlang op de vlucht te zijn geweest, opgepakt in Kroatië.

S. heeft zijn slachtoffer in de nacht van deze feiten leren kennen toen Jane Heupgen met vrienden uit was in een bar in Brussel. Daar zouden ze gezoend hebben en S. is daarna met zijn latere slachtoffer mee naar haar appartement gegaan.

In het verhoor voor het hof van assisen in Leuven herinnert S. dat er ’s morgens ruzie is ontstaan en dat die escaleerde. In het verhoor legt S. de nadruk op dat hij in deze periode veel drank en drugs (cocaïne) gebruikte. Hierdoor is zijn geheugen niet meer zo scherp. Hij beroept zich op uitspraken als ‘ik herinner me niets meer’ en ‘ik herinner me amper iets van de avond waarop ik ze tegenkwam.’

Over de tragische gebeurtenissen in de ochtend van 14 november 1999 zegt S.: ‘Ik herinner me flitsen van geweld. Ik sloeg haar met een aslade. Ze lag op de grond, ik weet niet of ze zich verweerde. Ik zie veel bloed, ik herinner me dit in een vage waas. Ik weet niet waarom ik zo woest was. Ik wou het nadien rommelig maken zodat het op een inbraak leek.’

Op 30 april doet het hof van assisen te Leuven uitspraak in deze zaak.