19 juli 2014
Boeven vangen boeven
Bij bestrijding van zware, georganiseerde criminaliteit, is de politie bij de opsporing doorgaans aan wettelijke regels gebonden. Voor infiltratie, observatie en andere (bijzondere) opsporingsmethoden die inbreuk maken op grondrechten van burgers gelden specifieke regels die hun plaats hebben gevonden in het Wetboek van Strafvordering. Gaat de politie over de schreef, dan heeft dat gevolgen, al wordt in de praktijk dankzij de bereidwillige medewerking van wetgever en rechter vaak een oog toegeknepen. Er moet wel erg veel mis zijn gegaan, wil de rechter het openbaar Ministerie (dat verantwoordelijk is voor de opsporing en vervolging) op de vingers tikken.