Meteen naar de content
27 september 2025

Hel voor cliënt: bizarre rechtsgang eindigt na 13 jaar in vrijspraak (COLUMN)

Op 30 april 2012 was er een schietpartij waarbij twee leden van één familie in Terneuzen gewond raakten. Binnen twee minuten na de schietpartij worden, nog géén kilometer van plaats delict, vier mannen aangehouden, waaronder cliënt die in een groep van zeven mensen staat te chillen in de voortuin van een woning. De slachtoffers doen aangifte van poging moord of doodslag.

Laatste Nieuws

Door Arthur van der Biezen

Door de aangevers werd een ongekend wildwestverhaal geschetst waarbij meerdere kogels zouden zijn afgevuurd en waarbij zij ternauwernood aan de dood waren ontsnapt. De aangevers verklaren dat zij werden beschoten door vier à vijf personen die allen een vuurwapen in hun handen hadden.

Kort voor deze aanslag zou cliënt met een ander langzaam door de straat zijn gereden en zou er door de inzittenden gezegd zijn dat er doden zouden gaan vallen.

Uit technisch onderzoek bleek al snel dat er in de buurt van de beschoten woning een automatisch vuurwapen was gevonden met dna van de schutter erop en dat de loop van het wapen nog heet was. Tevens bleek dat de aangetroffen hulzen en kogeldelen allemaal met dit ene wapen waren verschoten.

De schutter bleek later geen onderdeel van de willekeurig aangehouden groep uit te hebben gemaakt en werd elders in het land aangehouden en uiteindelijk veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf, als de schutter.

Sepot: ‘één schutter’

Eind goed, al goed, zou je denken.

Cliënt ontvangt uiteindelijk van de officier van justitie een sepotbrief waarin het volgende te lezen viel:

‘ …naar mijn mening is sprake geweest van slechts één schutter en slechts één wapen. Het forensisch-technisch onderzoek laat geen enkele ruimte voor enige andere uitleg. Uit het gehele onderzoek is voorts niet gebleken van enig steunbewijs voor uw aangifte ten aanzien van deze andere vier verdachte … geen van deze verdachten had handschoenen, er zijn op de vluchtroute geen andere wapens gevonden en uit medisch onderzoek in Gent is niet gebleken van andere kogels of kogelfragmenten waaruit zou kunnen worden opgemaakt dat er is geschoten met een ander vuurwapen van het uiteindelijk gevonden vuurwapen.’

De aangevers leggen zich niet neer bij het gegeven sepot en dwingen in een procedure bij het gerechtshof vervolging af via een artikel 12-procedure. De advocaat-generaal concludeert en betoogt dat er te weinig bewijs tegen cliënt ligt en dat het sepot terecht is gegeven en dat het verzoek dan ook afgewezen moet worden.

Tot ieders grote verbazing oordeelt het hof anders en beslist dat de zaak tegen cliënt heropend moet worden en dat cliënt vervolgd moet gaan worden.

Wereld stort in

Ter zitting van de rechtbank te Breda op april 2022, inmiddels dan tien jaar na het schietincident, stelt de officier van justitie dat cliënt moet worden vrijgesproken van poging moord en/of doodslag omdat de verklaringen van de aangevers niet overeenkomen met de overige getuigenverklaringen en niet stroken met het aangetroffen technische bewijs. Volgens de officier is evident dat er maar sprake is van één schutter die inmiddels veroordeeld is tot een langdurige gevangenisstraf.

Wel acht de officier van justitie bewezen dat cliënt met een auto, voorafgaand aan het schietincident, bedreigingen zou hebben geuit richting de aangevers en eist daarvoor een gevangenisstraf voor de duur van 37 dagen.

Nu tot drie maal toe leden van het Openbaar Ministerie (een sepot, de AG die géén bewijs ziet in de artikel 12-procedure en de officier die bij de rechtbank tot vrijspraak rekwireert) zich hebben geschaard achter het standpunt van de verdediging dat er vrijspraak dient te volgen stort de wereld van mijn cliënt’ compleet in, als de rechtbank in Breda hem alsnog veroordeelt tot acht jaar gevangenisstraf voor medeplegen van een poging tot moord.

IJdele hoop

Uiteraard ging cliënt direct in hoger beroep. Dat werd, na het horen van enkele getuigen, pas in augustus 2025 behandeld. Nu tot aan deze zitting, zowel de officier van justitie als ook de advocaat-generaal de mening waren toegedaan dat voor betrokkenheid van cliënt bij het bewuste schietincident géén wettig en overtuigend bewijs aanwezig was, had cliënt nog hoop dat ook de advocaat-generaal bij het hof deze mening zou delen en zou rekwireren tot vrijspraak.

Deze hoop bleek ijdel te zijn.

In het requisitoir legde de advocaat-generaal er zelfs een schepje bovenop door tien jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf tegen cliënt te eisen, omdat zij de aangevers gewoon geloofwaardig vond en hen volledig volgde in hun (valse) verklaringen.

Na een tijdsverloop van dertien jaar een eis poneren van tien jaar, terwijl al je collega’s tot vrijspraak hebben gerekwireerd, vonden wij ronduit bizar.

Integrale vrijspraak

Het gerechtshof Den Bosch oordeelde recent, op 11 september 2025, als volgt:

‘Aangevers hebben kort na het door de straat rijden door cliënt verklaard dat cliënt gezegd zou hebben “Wij zijn nog niet klaar met jou” en dat zij daar pas later aan hebben toegevoegd dat er gezegd zou zijn “ik maak je dood” waarbij tevens wapens getoond zouden zijn. Het hof acht dit, gezien het direct na het incident opgemaakte proces-verbaal van bevindingen, ongeloofwaardig, en gaat uit van het door verbalisanten vervaardigde proces-verbaal waarin het hof géén doodsbedreiging leest en spreekt derhalve vrij voor de vermeende voorafgaande bedreiging.’

Over het schietincident op basis waarvan de advocaat-generaal tien jaar gevangenisstraf eiste, oordeelt het hof:

‘Het hof is van oordeel dat, naast de verklaringen van aangevers, er geen enkel bewijsmiddel voorhanden is waaruit volgt dat de verdachte een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de poging tot moord dan wel poging tot doodslag jegens aangevers.’ (…)

‘Er is zelfs geen enkel bewijsmiddel voorhanden op grond waarvan met voldoende mate van zekerheid kan worden gesteld dat de verdachte in de directe nabijheid van de locatie waar het schietincident heeft plaatsgevonden, is geweest.’ (…)

‘Het hof heeft derhalve op grond van het procesdossier niet de overtuiging bekomen dat de verdachte is aan te merken als medepleger en spreekt derhalve verdachte integraal vrij.’

Een hel

Sinds mijn beëdiging in mei 1988, inmiddels dus een ruime 37 jaar geleden, heb ik nog nooit zo’n bizar verlopen rechtszaak meegemaakt waarbij meerdere rechtsgeleerde juristen van het openbaar ministerie herhaalde malen goed gemotiveerd hebben aangegeven géén bewijs te zien tegen mijn cliënt, de zaak vervolgens terecht hebben geseponeerd en zich verzet hebben in verschillende procedures tegen een veroordeling om dan dertien jaar later een advocaat-generaal een gevangenisstraf van tien jaar te horen eisen.

Wat gaat hier fout, vraag ik mij dan hardop af?

En dan een rechtbank, die na een eis tot vrijspraak gewoon acht jaar gevangenisstraf oplegt?

Dankzij het hof is hier een ernstige gerechtelijke dwaling voorkomen, op het laatste moment, maar voor cliënt is deze rechtsgang een hel geweest waar hij dertien jaar in heeft moeten zitten en waardoor hij ernstig mentaal beschadigd is.

Ik ben blij met de behaalde vrijspraak, maar deze rechtsgang had zo nooit mogen verlopen en is zonder meer als onmenselijk te betitelen.

Zie het arrest.

Arthur van de Biezen is strafrechtadvocaat.

Elke dag nieuws en context over crime

Doneer aan Crimesite

Werkt de knop niet? Klik dan op Tikkie om je donatie te doen.