De Belastingdienst heeft productiemiddelen voor de productie van wiet, die in beslag waren genomen, dinsdag zelf verkocht op een veiling. Volgens NRC-Handelsblad lijkt dat strijdig te zijn met de gewijzigde Opiumwet, die ‘handelingen ter voorbereiding of vergemakkelijking van illegale hennepteelt’ verbiedt.
Veilinghuis
Het gaat volgens de krant om vloeibare meststoffen, koolstoffilters, ventilatorboxen en droogrekken, die via veilinghuis BVA Auctions zijn verkocht. De artikelen zijn afkomstig van een growshop met een belastingschuld. Eind april was de dienst Domeinen van het ministerie van Financiën in opspraak nadat die in beslag genomen goederen aanbood, onder meer afzuigslangen, geurfilters en een kweektent. Dat ging volgens een woordvoerder om een misverstand, die spullen hadden moeten worden vernietigd.
Tuincentrum
Nu zegt een woordvoerder dat de onderhavige artikelen:
‘niet specifiek te koppelen zijn aan hennepteelt omdat zij overal verkocht worden. Een goed voorbeeld zijn de plantenvoedingsstoffen. Die kun je bij ieder tuincentrum of op internet aanschaffen, een directe link met hennepteelt is er niet.’
Breda
Advocaten als Frank Van Ardenne hebben cliënten die worden vervolgd voor het voorhanden hebben en verkopen van dezelfde soort spullen. Bijvoorbeeld iemand in Breda:
‘Bij een politie-inval in april is juist zijn hele inboedel met identieke artikelen in beslag genomen omdat verkoop wél in strijd zou zijn met de nieuwe Opiumwet.’
Willekeur
Jan Brouwer, hoogleraar algemene rechtswetenschap van de rijksuniversiteit Groningen, zei tegen de NRC:
‘Met links wordt er afgepakt en met rechts verkocht. Helderheid in het wietbeleid ontbreekt al jaren. De overheid hoort met één mond te spreken, maar intussen spreken wetgever, rechters, Belastingdienst en burgemeesters elkaar voortdurend tegen. Gevolg: volstrekte willekeur.’
Overigens stranden sommige strafzaken tegen growshop-eigenaren. Zie: