1 op de 20 slachtoffer van identiteitsfraude

Eén op de twintig Nederlanders is tussen 2008 en 2012 slachtoffer geworden van identiteitsfraude. Dat blijkt uit een onderzoek van de Universiteit Leiden. De politie heeft volgens de onderzoekers helemaal geen goed beeld van de omvang van identiteitsfraude, omdat maar tien procent van de slachtoffers aangifte doet.

Bij identiteitsfraude worden persoonsgegevens van iemand gestolen om daar later misdrijven mee te plegen. Dat kan bijvoorbeeld gaan om een bankrekening die wordt afgesloten op de naam van iemand anders, waarop leningen worden afgesloten die nooit worden terugbetaald.

Gegevens van Facebook

Volgens de Universiteit Leiden krijgen criminelen steeds meer mogelijkheden om persoonsgegevens te stelen door toenemende digitalisering. Zo laten we allerlei gegevens achter op bijvoorbeeld Facebook, maar hebben veel mensen ook een scan van hun paspoort onbeveiligd om hun computer staan. Criminelen hebben daardoor relatief eenvoudig toegang tot miljoenen potentiële slachtoffers.

Maar de daders komen ook op andere manieren aan persoonsgegevens. Zo worden de kopieën van paspoorten in hotels niet altijd even goed beveiligd. Er worden er brievenbussen leeggehaald of portemonnees en tassen gestolen. Sommige criminelen doorzoeken vuilnisbakken in de hoop aan persoonsgegevens te komen.

400 euro per persoon

Uit het onderzoek blijkt dat de slachtoffers van identiteitsfraude gemiddeld 400 euro per persoon kwijt waren. In totaal liep de schade tussen 2008 en 2012 voor banken en hun klanten op tot 300 miljoen euro.

Voor het onderzoek werden twee enquêtes gehouden, in 2010 en 2012. Beide vragenlijsten werden door ruim 5000 personen ingevuld. Het gaat om een representatieve groep voor de Nederlandse bevolking.