De rechtbank Den Bosch heeft een 41-jarige man uit Helmond veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 jaar voor moord op zijn vader, de 67-jarige Bart Hillen. Na zijn daad probeerde hij het stoffelijk overschot te laten verdwijnen door het ingepakt in de Zuid-Willemsvaart te dumpen.

Ontkennen

Een getuige zag op 19 mei vorig jaar in de Zuid-Willemsvaart bij Helmond het pakket drijven. De zoon Sander kwam al snel in beeld als verdachte. Hij bleef echter ontkennen iets met de dood van zijn vader te maken te hebben. De rechtbank concludeert nu dat dit toch niet anders kan.

Op basis van de bewijzen gaat de rechtbank ervan uit dat het slachtoffer in de nacht van 1 op 2 mei, maar in ieder geval vóór 15 mei 2016, is komen te overlijden. Volgens de rechtbank had de zoon van het slachtoffer als enige de gelegenheid om zijn vader in die periode om het leven te brengen.

Tape

De conclusie dat Sander Hillen de dader is, wordt volgens de rechtbank ook onderbouwd door dna-sporen die het NFI aantrof op een rol tape in de garage van het slachtoffer. Met diezelfde tape was het slachtoffer vastgebonden op een steekkarretje. Er zijn geen aanwijzingen die duiden op de aanwezigheid van sporen van een onbekend gebleven persoon.

Doodsteken

Verder blijkt uit de zoekgeschiedenis van de mobiele telefoon van de verdachte, dat hij kort voor het verdwijnen van zijn vader onder andere zocht op “doodsteken weinig bloed”, “lijk verzwaren”, “iemand laten verdwijnen”, “hoe een lijk verbergen”, “iemand met volle fles op hoofd slaan” en “lijk in water dumpen”. De rechtbank betrekt deze zoektermen, die in rechtstreeks verband staan met het voornemen de man te doden en zijn lichaam weg te maken, bij haar oordeel dat sprake is van voorbedachte rade. Ook het feit dat de verdachte ruim de tijd heeft gehad om zich te bedenken, betrekt de rechtbank bij haar conclusie dat de man handelde met voorbedachten rade en er dus sprake was van moord.

Stomp voorwerp

De rechtbank stelt dat Hillen met een stomp voorwerp meerdere keren op zijn hoofd is geslagen. Vervolgens heeft de zoon zijn vader in de garage verpakt in een deken, een dekbedovertrek en meerdere vuilniszakken en op een steekkarretje gebonden. Het stoffelijk overschot heeft hij naar de Zuid-Willemsvaart vervoerd en in het water geloosd.

De rechtbank spreekt van een ‘mensonterende’ en ‘koelbloedige’ handelwijze van de verdachte. Volgens de rechtbank was geld voor de verdachte de trigger om tot zijn daad over te gaan.

De straf is hetzelfde als de eis van de officier van justitie.

Zie het vonnis.