Aanwijzingen voor moord, toch vrijspraak (UPDATE)

Het Haagse gerechtshof heeft de hoofdverdachte voor de moord op de Zoetermeerse Yvonne Beer vrijgesproken. De rechtbank veroordeelde de vrouw twee jaar geleden tot tien jaar celstraf. Het  hof ziet wel aanwijzingen dat de verdachte de dader is. Maar de overtuiging heeft het hof niet.

Flat

Beer (64) werd in november 2010 in haar eigen flat met meerdere messteken om het leven gebracht. De verdachte woonde in dezelfde flat en was een bekende die geregeld bij haar thuis kwam. De verdachte, met een psychiatrische voorgeschiedenis, heeft zich heel lang vooral op haar zwijgrecht beroepen en ook sterk wisselende verklaringen afgelegd, en altijd ontkend. De advocaat-generaal eiste in hoger beroep twaalf jaar voor doodslag.

Voetafdruk

In de woning van het slachtoffer is geen dna van de verdachte aangetroffen. Op de kleding van de verdachte zat geen bloed. Een van de belangrijkste bewijsstukken waren schoenzoolsporen in het bloed op de vloer van het appartement. Het hof oordeelt anders dan het Openbaar Ministerie dat dit niet voor de volle honderd procent vaststaat. Het ging om een bepaald soort muilen die de verdachte in bezit heeft gehad. Deze muilen zijn echter niet bij haar aangetroffen.

Twijfel

Er zijn meer aanwijzingen die tegen de verdachte vrouw pleiten. Haar verklaringen bleken soms in strijd met de waarheid. Het hof schrijft:

Hoewel kan worden vastgesteld dat de verdachte – tot op de laatste terechtzitting – in strijd met de waarheid heeft verklaard, is het hof er niet van overtuigd dat zij dit heeft gedaan met de bedoeling de waarheid te bemantelen. Het hof aarzelt daarom om de verklaringen van de verdachte als kennelijk leugenachtig aan te merken en voor het bewijs te gebruiken.

Er is bij het hof al met al te veel redelijke twijfel. Ook kan het gerechtshof niet uitsluiten dat er een andere dader in het spel is geweest.

Ontlastend

Advocaten Michelle Wezepoel en Michel van Stratum hadden in hun verweer ook veel ontlastende feiten aangedragen. Er was door hen een rapportage van wetenschapsfilosoof Ton Derksen ingebracht die de vloer aanveegde met het eerdere veroordelende strafvonnis van de rechtbank. Hij maakte de vergelijking met de zaak Lucia de B.. Michel van Stratum:

Als gevolg van de analyse van Ton Derksen en het pleidooi van de verdediging heeft het hof aanvullend onderzoek naar meer dan tien zwakke bewijsmiddelen uit het strafvonnis laten doen. De uitkomst was buitengewoon ontlastend voor onze cliënte. De politie heeft in een eenzijdig uitgevoerd onderzoek haar tot maakbare dader gepromoveerd en gissingen als feiten voorgesteld. Gelukkig hebben de raadsheren van het Haagse hof veel aandacht aan de zaak besteed en langer gestudeerd dan de rechters die het onbegrijpelijke strafvonnis hebben gewezen. Anders hadden we een tweede Lucia de B.-zaak gehad die in herziening ongetwijfeld over de kop zou zijn gegaan.

De verdachte heeft zo’n drie jaar in voorlopige hechtenis gezeten. Zij is direct op vrije voeten gesteld.

Het arrest.