Acht jaar tegen Soerel geëist

De advocaat-generaal bij het Amsterdamse gerechtshof heeft vrijdag acht jaar cel geëist tegen Dino Soerel in de zogenoemde Zuil-zaal. Hij zou samen met een aantal mede-verdachten gedurende 12 jaar verschillende soorten hard- en softdrugs hebben laten smokkelen. De groep zou in het begin van de jaren negentig zijn begonnen met het transporteren van grote hoeveelheden hasj naar het buitenland.

Volgens het OM zouden de verdachten daarna zijn overgegaan op cocaïne, heroïne en xtc. In totaal zou het om duizenden kilo’s gaan.

De advocaat-generaal: ‘De criminele organisatie in deze zaak is met recht een multinational te noemen met vestigingen in Nederland, Spanje, Portugal, België, Duitsland en Engeland. In al deze landen zijn bedrijven opgericht om de reeks van drugstransporten te faciliteren. De organisatie heeft als goed lopend bedrijf gefunctioneerd en er is veel omzet gemaakt. De verdachten konden jarenlang ongestoord in luxe leven van de opbrengsten van de criminele activiteiten.’

Tegen de zes medeverdachten werden gevangenisstraffen geëist van respectievelijk vier jaar (2x), 42 maanden, 3 jaar en 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk (2x). Het OM denkt dat deze verdachten bij de drugshandel betrokken waren als investeerder, leverancier, chauffeur of verkoper.

De rechtbank Haarlem veroordeelde Soerel eerder tot een gevangenisstraf van acht jaar. Toen had de officier van justitie een gevangenisstraf van tien jaar geëist.

De advocaten noemen het bewijs in de zaak dun. Het bewijs komt vooral van de Italiaanse crimineel Gennaro C. die een aantal belastende verklaringen heeft afgelegd, in ruil voor een coulante behandeling. Verder is er bewijs gevonden over de activiteiten van de veronderstelde criminele organisatie in een laptop. De verdachten bestrijden zowel de inhoud van de verklaringen van C. als het laptop-bewijs. 

Op 16 maart wijst naar verwachting het hof arrest. Soerel staat ook nog terecht in het liquidatieproces voor de moorden op Thomas van de Bijl en Kees Houtman. Hij zou in een leidinggevende rol in een criminele organisatie opdrachten voor moorden hebben gegeven. Het bewijs in die zaak is vrijwel geheel gestoeld op verklaringen van kroongetuigen Peter la S.