Een adviseur van de Nationale Politie stapt op omdat hij vindt dat de leiding te weinig actie onderneemt tegen de intimidatie van homo’s, moslims en vrouwen binnen de politie. In de praktijk worden mensen die “anders” zijn lang niet altijd geaccepteerd, vindt hij.

En dat terwijl de korpsleiding naar buiten toe stelt voor meer diversiteit te gaan. Dat zegt adviseur Carel Boers in NRC Handelsblad. Hij werkte meer dan tien jaar voor de politie. De politieleiding kijkt volgens hem de andere kant op als er discriminatie en pesterijen worden aangekaart.

Boers stond een aantal mensen bij die slachtoffer werden van (seksueel) intimiderend of discriminerend gedrag. Wat hij daar constateerde ‘gaat ieder voorstellingsvermogen te boven’, zegt Boers. Wie tegen de heersende cultuur in gaat is een probleemgeval, is zijn conclusie. ‘Er is een formeel en informeel leiderschap ontstaan dat moreel en ethisch ontspoord is’.

Boers hoorde politiemensen onderling praten over burgers als: ‘kankermongolen, kankerlijer, pauperallochtonen, kankervolk, kutvolk en kutafrikanen’.

Boers denkt dat de top van de Nationale Politie op te grote afstand van de werkvloer zit en probeert conflicten uit de weg te gaan.

De korpschef van de politie, Erik Akerboom, zegt het geluid serieus te nemen maar zich te verzetten tegen het beeld dat grensoverschrijdend gedrag ‘gemeengoed’ zou zijn.