Advocaat Hiddema berispt door Rv Discipline

De Raad van Discipline in Den Bosch heeft advocaat Theo Hiddema berispt omdat deze zich onnodig grievend heeft uitgelaten over zijn cliënt Pascal H. Vorig jaar was Hiddema drie weken door de raad geschorst nadat hij vertrouwelijke informatie over deze cliënt naar een krant had gestuurd en onzorgvuldige uitspraken over de cliënt in de krant zou hebben gedaan. Maar na die schorsing bleek Hiddema nog niet uitgesproken over cliënt H. Zo kenschetste hij hem in DWDD als ‘addergebroed’ en vermeldde hij dat H. had vastgezeten voor een ‘oplichtingsakkefietje’. En in kranten stond: ‘De klaagziekte van deze man is chronisch…

…Hij kan zijn tenten beter opslaan op de stoep voor de deken.’

Hiddema werd op 16 mei opnieuw voor de raad gesleept. De raad van discipline voor de advocatuur in Den Bosch stelt nu dat hij H. niet correct heeft behandeld. Zo schond hij zijn geheimhoudersplicht door te spreken over de oplichtingszaak van H.:

‘De geheimhoudingsplicht duurt voort na de beëindiging van de relatie met de cliënt. Gebleken is dat verweerder tijdens de uitzending van DWDD melding heeft gemaakt van de omstandigheid dat klager had vastgezeten in verband met een oplichtingsakkefietje en dat hij twee maal door een kantoorgenoot was bezocht. Verweerder heeft aldus gehandeld in strijd met de geheimhoudingsplicht die hij tot opzichte van klager als ex-cliënt van zijn kantoor in acht had behoren te nemen.’

Verder:

‘De raad is van oordeel dat het een behoorlijk advocaat niet betaamt om zich over een ex-client uit te laten op een wijze zoals door verweerder is gedaan in  dagbladen evenals tijdens de televisie-uitzending DWDD.’

Hiddema had zich verdedigt door te stellen dat het publiek er recht op had zijn visie op de zaak te vernemen om te voorkomen dat er een ‘smoezelige sfeer’ rondom zijn persoon of praktijk zou blijven hangen. Als hij na de uitspraak van de raad van discipline was blijven zwijgen over zijn onvoorwaardelijke schorsing, dan zou dat een schuldbekentenis zijn geweest.

H. was een cliënt van Hiddema in de grote Limburgse vastgoedfraudezaak rond Joep J. uit Kerkrade. Zowel H. als J. waren cliënten van Hiddema, maar tussen H. en Hiddema kwam het tot een breuk. Hiddema heeft gezegd dat hij H. de deur had gewezen nadat duidelijk was dat deze een deal met het Openbaar Ministerie wilde maken en kroongetuige zou worden.

Omdat Hiddema ter zitting te kennen had gegeven verder klaar met de kwestie te zijn en zich ook niet meer in het openbaar heeft uitgelaten vond de raad een berisping voldoende.

Hier de uitspraak.