Minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken omzeilt de wet met zijn nieuwe spionagebeleid, dat hij vorige week presenteerde. Dat stelt de Nederlandse Orde van Advocaten vandaag in een brandbrief. De advocaten wijzen op twee uitspraken van de rechter, die de geheime diensten op de vingers tikten omdat ze te ver gingen met afluisteren.

Plasterk lanceerde vorige week zijn plannen voor een nieuwe afluisterwet. Daarin stelt hij voor de bevoegdheden van de geheime diensten te verbreden. Op dit moment mag communicatie-informatie alleen uit de lucht worden geplukt. Maar omdat de meeste informatiestromen via de kabel gaan, wil Plasterk dat ook van de kabel ongericht getapt mag worden.

‘Rechter moet vooraf toetsen’

Volgens zijn de plannen in tegenspraak met een uitspraak van de rechter, die vorige week bepaalde dat de staat moest stoppen met het afluisteren van een advocatenkantoor. Enkele jaren geleden oordeelde de rechtbank ook al dat de AIVD ten onrechte journalisten van De Telegraaf had afgeluisterd.

De rechter stelde dat bij het afluisteren van advocaten een onafhankelijk orgaan moet toetsen of het tappen terecht is. Op dit moment wordt alleen achteraf bekeken of er terecht afgeluisterd is. In het nieuwe wetsvoorstel blijft dat zo. De advocaten willen dat de rechtbank alle afluisterzaken vooraf gaat beoordelen, ongeacht of het om een advocaat gaat.

Plasterk bestudeert uitspraak

‘Plasterk blijft nu alleen maar binnen de wet als de rechter hem in zijn hok duwt’, aldus Bert Fibbe van de advocatenorde. ‘Ik begrijp dat de diensten en justitie alles op alles moeten zetten om criminelen en terroristen op te sporen, maar dat moet wel binnen de kaders van wetten.’

Plasterk zegt de uitspraak van de rechtbank, die stelde dat het afluisteren van advocaten vooraf moet worden getoetst, nog te bestuderen.