Eén van de verdachten in het grote liquidatieproces – Ali A. – is door de Amsterdamse rechtbank op vrije voeten gesteld. De rechtbank heeft de voorlopige hechtenis van A. opgeheven. A. was niet meer aanwezig bij de hervatting van de zitting en zal vandaag na ruim drie jaar naar huis kunnen. Hij mag de rest van zijn proces in vrijheid bijwonen.
Ali A. zat nog in voorlopige hechtenis voor uitlokking van moord op de Amsterdams-Turkse coffeeshophouder Atilla Önder en lidmaatschap van een criminele organisatie die tot doel had liquidaties te plegen. Hij is nog verdacht van andere feiten maar daarvoor was al te weinig bewijs om hem voor vast te houden, besliste de rechtbank al eerder.
Nu zijn er volgens de rechtbank geen voldoende ernstige bezwaren meer om A. voor de voorbereiding van moord op Atilla Önder nog langer vast te houden. De rechtbank vindt wél dat het bewijs – ‘beschouwd in zijn onderlinge samenhang’ – voldoende is om hem nog langer vast te houden voor lidmaatschap van een criminele organisatie.
Hoerwel de rechtbank dat laatste liever uitgebreid zou toelichten doet zij dat niet omdat dit ’ten onrechte als een voorschot op de toekomst uitgelegd kan worden.’
Op lidmaatschap van een criminele organisatie staat de maximumstraf van zes jaar. Omdat A. sinds 3 april 2007 is gehecht zou hij, gegeven de regels voor voorlopige in vrijheidstelling, uiteindelijk mogelijk langer zitten dan die zes jaar, en dat kan niet volgens het Wetboek van Strafvordering.
Advocaat Nico Meijering laat weten ‘vandaag de gelukkigste strafpleiter van Nederland te zijn.’
Lees ook:
Het mysterieuze nummer dat 123456 doorgaf
Concrete gebeurtenissen niet duidelijk’
Powerflush: de codes van de “moordclub”?
{jcomments on}