Kickbokser Badr Hari zoals hij nog niet te zien is geweest: gisteravond in een film van Dirk Bayens bij de KRO. De film volgt Badr Hari op een reis naar Marokko en tijdens zijn comeback-wedstrijd in Lyon. Zijn leven kent hoogte- en dieptepunten. Hari is verdachte van een mishandeling van een portier in Amsterdam. ‘Mijn grootste tegenstander ben ik zelf’, zegt Hari. ‘Mijn grootste talent is alles stuk te maken in mijn leven.’ Kijken na de break.
Badr Hari is de meest besproken vechtsporter ter wereld. De kickbokser besloot vorig jaar te stoppen met vechten. Hari werd voor de tweede keer in zijn carrière gediskwalificeerd wegens natrappen van een tegenstander. Ook in zijn privéleven deden zich geweldsincidenten voor. Badr Hari moest zichzelf terugvinden, zo liet hij publiekelijk weten.
Hij zegt in de film: ‘Dit is het moment dat ik mijn verhaal vertel. Het is ook eenmalig: ik zal mijzelf nooit meer zo openstellen voor de pers.’
Badr Hari verbleef in Marokko maandenlang in complete afzondering van de wereld. De 26-jarige kickbokser vertelt hoe hij terugkijkt op zijn loopbaan. Zijn familie had het niet breed en moest iedere stuiver omdraaien.
Hari ziet iedere wedstrijd als een gevecht tegen een tegenstander die hem weer terug in die armoede wil slaan. Tijdens zijn gevechten komt een storm bij hem los die niet te beheersen is. ‘Alles ruist en raast dan in mijn hoofd. Dat is een ramp. Emotioneel heb ik het talent niet om die storm te onderdrukken. Ik haat ook iemand als ik tegen iemand vecht’, zo vertelt Badr Hari.
Twee keer is hij gediskwalificeerd omdat hij bleef doorvechten na een fluitsignaal van de scheidsrechter.
De politie zegt hem niet te zien als Amsterdamse Beroepscrimineel (ABC’er). Bij toeval is hij voor de mishandeling op het Leidseplein aangehouden door een lid van het ABC-team. Tijdens de opnames van de film pikte de politie hem niettemin van de weg voor een fouillering.
Door zijn grote populariteit bij het publiek en de wereldwijde aandacht kwam Hari onder hoge druk te staan. ‘Ik denk dat ik daar niet altijd goed mee om heb kunnen gaan’, Je denkt boven iedereen te staan. Ik voelde me onaantastbaar, onsterfelijk, als een keizer.’