De Belgische gevangenissen mogen dan overbevolkt zijn; twee gevangenissen staan praktisch halfleeg door een gebrek aan cipiers. In de gevangenis van Henegouwse Leuze, die een half jaar geleden werd geopend, passen 300 gedetineerden, maar daar zijn maar ongeveer 70 personen opgesloten. Door overbevolking worden ongeveer 600 gevangenen naar Tilburg gestuurd. Daar verblijven voornamelijk illegale criminelen.
De in totaal ruim driehonderd onbezette plaatsen in de gevangenis van Leuze en die van Beveren, waar nog ruim honderd plaatsen over zijn, kunnen de druk op andere Belgische gevangenissen flink verminderen. Maar de federale overheid van België heeft het aantal aanwervingen van alle diensten beperkt, inclusief de cipiers. Daardoor kan de volledige capaciteit van de gevangenissen niet benut worden, meldt De Standaard.
Illegale criminelen naar Tilburg
België huurt sinds 2010 een gevangenis in Tilburg, waar zo’n 650 gevangenen worden opgesloten. Daarvoor betalen de Belgen zo’n 42 miljoen euro per jaar, waar ook het Nederlandse personeel voor wordt betaald. Omdat veel reguliere gevangenen niet naar Tilburg willen, worden voornamelijk illegale criminelen in Tilburg opgesloten, meldt het Belgische blad De Morgen.
Van de 650 gevangen, zou ongeveer 58 procent een illegale crimineel zijn. Dat percentage ligt veel hoger dan in Belgische gevangenissen. Volgens advocaten pakken Belgische autoriteiten de zwakste gevangenen om ze te ‘dumpen’ in Tilburg.
Spanningen door cultuurverschillen
België huurde de gevangenis in eerste instantie tot eind 2012, maar dat is inmiddels verlengd tot eind 2016. De gevangenis stond een aantal jaar geleden in het licht vanwege enkele voorvallen. Cultuurverschillen tussen Nederlandse cipiers en Belgische gevangenen zouden tot spanningen in de gevangenis leiden.
Daarnaast is de gevangenis te vol: eigenlijk zouden maar 550 gedetineerden naar Tilburg komen, maar dat werd later bijgesteld naar 650. Bovendien zitten gevangenen met verschillende achtergronden door elkaar, wat onrust in de hand zou werken.