Bettien Martens hielp haar Colombiaanse vrienden naar de gevangenis

“La Bella” Bettien Martens uit Haarlem werd een go between voor de Colombiaanse coke-maffia. Maar nadat ze werd aangehouden, besloot ze spijtoptant te worden. Ze werkte voor de Drug Enforcement Administration (DEA).

De nieuwe Mata Hari die de ‘maffia doet sidderen’. Zo spraken de media in de wintermaanden van 1994 over de Haarlemse Bettien Martens. Van keurige komaf, ontmoette de koelbloedige en charmante ‘La Bella’ Bettien op vakantie in Spanje een aantal Colombiaanse jongens. Toen ze die wat beter leerde kennen bleek dat ze werkten voor een grote drugsorganisatie uit Cali. Ze werd hun vertrouwenspersoon en legde voor de Colombianen contacten in Nederland en andere Europese landen.

Toen de Amerikaanse sting-operatie “Green Ice” klapte, en ze op 24 september 1992 werd aangehouden in Rome, besloot ze als spijtoptant haar geheimen met justitie te delen.

Nadat zij maanden was bewaakt in een speciale Italiaanse ‘pentiti’-gevangenis, kreeg Martens vier jaar gevangenisstraf. Elf Colombiaanse verdachten mochten door haar getuigenis tientallen jaren achter de deur doorbrengen. De rechter in de zaak gaf Bettien te kennen dat vanuit Colombiaanse hoek was aangegeven dat ze ‘dood was’. Door telegrammen naar alle gevangenissen van Italië te sturen, zouden de Colombianen erachter zijn gekomen waar Bettien gevangen zat: daar waar het telegram werd aangenomen. Martens zat een tijdje illegaal vast in de gevangenis toen haar straftijd officieel voorbij was, omdat er nog onduidelijkheid was over de regeling die ze kreeg aangeboden.

Martens was zich bewust van haar lot: ‘Hoe groot het bedrag dat op mijn hoofd gezet is, weet ik niet, maar ik ben ervan overtuigd dat, na wat ik heb gedaan, de hoofdprijs voor mij is.’ De hoogblonde Bettien gaf ook aan dat ze nooit in zou zijn gegaan op een deal met Nederlandse justitie, omdat er destijds nog geen kroongetuigeregeling was. Volgens een politieman zou ze daarom ook gegarandeerd vermoord zijn in een Nederlandse gevangenis.

In 2007 claimt de Amsterdamse drugshandelaar Steve Brown dat Martens al voor haar arrestatie in Rome in Nederland werkzaam was voor de DEA, en dat ze tijdens dat werk op Hollandse bodem nog verantwoordelijk zou zijn geweest voor enkele moordopdrachten. Brown denkt te weten waarom dit nooit naar buiten is gekomen: ‘Dat zou natuurlijk tot internationale complicaties hebben geleid: informante Bella Bettien geeft opdracht tot moord met instemming van de DEA en de Nederlandse politie.’

Brown claimt zijn informatie te hebben gekregen van een bekende uit het milieu: ‘De lijken van in opdracht van Martens door de Joego’s geliquideerde mensen zijn teruggevonden onder een woonboot in de Amstel en een bouwput in Amsterdam-Noord.’

Ook misdaadonderzoeker Frank Bovenkerk had het vermoeden dat Martens al eerder voor de Amerikanen werkte, maar kreeg het naar eigen zeggen nooit bevestigd. ‘Hoe het zal gaan als ik een andere persoon ben geworden?’, zei ze indertijd tegen Bovenkerk. ‘Ik hoop dat ik een leuke nieuwe naam krijg. Jammer is dat wel, want volgens mij ben ik de enige op deze wereld die Bettien heet.’

Van de destijds 42-jarige Bettien Martens is sinds ze in het aangeboden getuigenbeschermingsprogramma stapte niets meer vernomen. Ze omschreef haar arrestatie en de samenwerking met de politie als een opluchting. Haar flamboyante leven in de drugs was uitgelopen op een nachtmerrie.