Chipshol: cruciale graadmeter rechtstaat

Het juridisch gevecht van de familie Poot tegen de verkwanseling van het grondgebied rond Schiphol dat zij als directeuren van Chipshol ooit hadden gekocht duurt al bijna twintig jaar en lijkt in een beslissende fase te zijn beland. De 600 hectare grond waarmee vader en zoon Poot visionaire plannen hadden werd bijna letterlijk onder hen weggetrokken door een vonnis van rechter Westenberg.

Door Wicher Wedzinga.

 

 

Westenberg benaderde volgens een klokkenluidster zijn toenmalig collega Pieter Kalbfleisch om de rechtszaak, die de op snel geld beluste gebroeders Van Andel tegen Chipshol hadden aangespannen, in goede banen te leiden.

Kalbfleisch was namelijk bevriend met Harry van Andel en was ook zakelijk geïnvolveerd omdat hij president-commissaris was van Vomar Voordeelmarkt BV, een bedrijf dat twee miljoen gulden via Van Andel in het vastgoedproject investeerde.

Zo gezegd, zo gedaan. De grond, die enorm in waarde was gestegen, werd snel verkocht, Van Andel was man in bonus en Chipshol werd voor vele miljoenen gedupeerd. En hoewel het vonnis van Westenberg in hoger beroep sneuvelde, was het leed al geschied. Zo werkte en werkt het rechtssysteem in Nederland, toen en nu. Er werd nog wel gemiddeld tussen Chipshol en Van Andel, maar daarmee was het leed niet geleden en de schade niet hersteld, niet in financiële zin en ook niet in morele zin.

Eigenlijk moest de strijd nog beginnen. Een strijd van de familie Poot tegen het onrecht dat hun was aangedaan. In wezen een strijd van een familiebedrijf tegen de gevestigde macht. In dit geval de zittende magistratuur. Een ongelijke strijd. Een reeks van jaren werd Chipshol dan ook afgeschilderd als een meer of minder malafide onderneming die niet tegen verlies kon, coûte que coûte geld wilde binnenhalen en rechters in een kwaad daglicht probeerde te stellen.

Maar het tij begint te keren. Rechter Westenberg (foto) werd als “liegende” rechter ontmaskerd door onderzoeksjournalist Stan de Jong en spande in een vlaag van hoogmoedswaanzin annex verstandsverbijstering een procedure aan tegen de journalist Kat en de advocaat Smit, die destijds de belangen van Chipshol behartigde en die door Westenberg telefonisch werd gemanipuleerd.

Een procedure die Westenberg nota bene op kosten van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak mocht voeren. Geconfronteerd met diverse verklaringen over o.a. zijn telefonische “dreigementen” legde hij het bijltje er bij neer. Westenberg ging heel chique met vervroegd pensioen en is nu al zo’n anderhalf jaar de hoofdpersoon in een onderzoek door de Rijksrecherche. Een onderzoek in stilte, waarbij zelfs de familie Poot geen flauwe notie heeft van wat er is gebeurd en nog te gebeuren staat.

Pieter Kalbfleisch die was opgeklommen tot baas van de Nederlandse Mededingingsautoriteit en innige banden onderhield met Van Andel liet ondertussen niet na om Westenberg voor advies in te schakelen. Uiteraard niet direct, maar indirect via het bedrijfje van de echtgenote van Westenberg. Voor wat hoort wat, niet waar?

De Haagse rechtbank wringt zich ondertussen in allerlei bochten om de schade te beperken, maar slaagt daar niet in. Op de site wordt schijnheilig gesuggereerd dat er alleen sprake is van meineed en met geen woord gerept over de strafbare belangenverstrengeling, En het bestuur van dezelfde rechtbank zou Westenberg disciplinair hebben gestraft als zij van diens geschnabbel had geweten. Ja, ja.

Als klap op de vuurpijl schreef nationaal ombudsman Alex Brenninkmeijer onlangs in het Nederlands Juristenblad dat er sprake kan zijn van een “ernstige cultuurfout” bij de Haagse rechtbank, waardoor “de autoriteit van de rechterlijke macht in een vrije val terecht dreigt te komen”. En in een cri de coeur roept Brenninkmeijer op dat een ieder bij de rechtspraak “die iets weet, ook al is het pijnlijk of belastend, nu zou moeten spreken”.

Een zeldzame oproep.

Maar ik denk dat hij aan dovemansoren is gericht. Rechters zijn net mensen en het zou wel heel naïef zijn om te veronderstellen dat die rechters die met hun uitspraken hebben geknoeid naar voren komen. Het is niet toevallig dat Chipshol nu al zo’n twintig jaar aan het procederen is.

Er zal veel maatschappelijke druk moeten komen. Nog meer dan nu het geval is om het gekonkel waaraan ook sommige rechters zich overgeven aan de kaak te stellen. De media en de politiek moeten alles in het werk stellen om te zorgen dat de geest uit de fles komt. Want vroeger of later zal de bom barsten. En het gaat om het gezag en de integriteit van de rechterlijke macht.

Wat dat betreft is de zaak van Chipshol een cruciale graadmeter. Het onderzoek moet in alle openheid worden verricht en het gaat niet aan dat het Openbaar Ministerie en de Rijksrecherche zich verschuilen achter het argument dat de privacy in het geding is. Die is namelijk altijd in het geding en dient in dit geval te wijken voor hogere belangen en waarden.

De woorden van Brenninkmeijer maskeren waar het werkelijk om gaat. Het gaat namelijk om meer of minder georganiseerde corruptie door rechters. En dat zal zich heus niet alleen bij de Haagse rechtbank hebben voorgedaan. In Duitsland wordt zoiets Rechtsbeugung genoemd. Maar het schijnheilige Nederland lijkt er nog steeds blindelings vanuit te gaan dat zoiets zich natuurlijk in “Gods own country” waar “alles besser ist” niet manifesteert. Een walgelijke hypocrisie. Met zijn vele regeltjes, zijn cultuur van bestuurlijke inteelt en gebrek aan onafhankelijke controle en gemis aan verantwoordelijkheidsbesef, is ons land helaas een walhalla voor corruptie zoals die zich in de Chipsholzaak heeft voorgedaan.

De zaken tegen Westenberg en Kalbfleisch worden onderzocht door de Rijksrecherche. Het valt te hopen dat dit onderzoek grondig wordt verricht en niet gericht is op het verdoezelen van de waarheid. De Rijksrecherche wordt aangestuurd door het College van Procureurs-Generaal en dat is een veeg teken. Een deel van de rechterlijke macht onderzoekt een ander deel van de rechterlijke macht. Dat heet dan een onafhankelijk onderzoek. Een typisch Nederlands polderproduct.

Als er nog echte, goede onderzoeksjournalisten zijn, doen zij er goed aan de gang van zaken tot op de bodem uit te zoeken. Niet om rechters te kielhalen, maar juist om een begin van herstel van vertrouwen in de rechterlijke macht te bewerkstelligen. Met een sepot en voorspelbare afleidingsmanoeuvres komt men in de Chipsholzaak niet meer weg. Daarvoor is de stank al te ver doorgedrongen.

Dr. mr. W. Wedzinga