Volgens Colombiaanse media neemt het aantal cocaïne-transporten van de Colombiaanse noordkust door de Golf van Mexico naar Midden-Amerika weer toe. Deze week werd aan de kust van de regio Urabá bijna 784 kilo coke in beslag genomen in een 10 meter lange sloep die op weg zou gaan naar een Midden-Amerikaans land. Een ander bootje dat met 521 kilo op weg was naar Aruba werd op zee geënterd. Dat soort sloepen zijn uitgerust met een batterij aan buitenboordmotoren waardoor ze hoge snelheden halen.
Ze worden in de Caraïben dan ook “go fast” genoemd.
In Colombiaanse kranten is in verband met de inbeslagnames geschreven dat de politie een relatie ziet met 60 kilo cocaïne die onlangs in het Amsterdamse Westelijk Havengebied zou zijn gepakt.
In de jaren tachtig, ten tijde van het Medellin-kartel, waren transporten met go fast-bootjes de gebruikelijke manier om drugs naar de Verenigde Staten te vervoeren, al dan niet met een tussenstop op Antilliaanse eilanden als de Bahama’s. De terugkeer van deze vorm van transport kan liggen aan de opkomst van de “Urabeños” in Colombia, uit de noordwestelijke kust van Colombia. Het verschil is dat de drugs nu vaker een tussenstop maken in Midden-Amerikaanse landen, waar Mexicaanse kartels het transport overnemen.
Meer over de Colombiaanse verhoudingen in de coke-handel:
Val van de Colombiaanse coke-capo’s