De opgraving van het lichaam van de in 1990 in Den Haag om het leven gebrachte Israëlische Miriam Sharon moet tot de oplossing van deze moordzaak gaan leiden. De verdachte Daniël E. blijft tot de behandeling van de zaak vastzitten.

Mogelijke dader

De 36-jarige Miriam Sharon werd in oktober 1990 dood aangetroffen in haar woning in de Haagse Regentesselaan. Ze was door messteken in haar nek om het leven gebracht. Destijds kon de politie de dader niet vinden. Het Nederlandse Forensisch Instituut (NFI) slaagde er vorig jaar in DNA-sporen uit het huis van Sharon te koppelen aan een verdachte. Het gaat om de inmiddels 53-jarige Israeliër Daniel E. Hij kwam indertijd ook al in beeld als mogelijke dader.

Lichaam opgraven

Maar justitie wil meer weten over de toedracht van de moord, en heeft de kinderen van Sharon en de rechter in Israël gevraagd of ze haar lichaam mag opgraven. Daar is nu toestemming voor gegeven. Het lichaam zal op 6 september worden onderzocht. Justitie wil onder meer bekijken of er DNA-sporen van de verdachte onder haar nagels zijn te vinden. Omdat zij na haar dood is gebalsemd en in droge grond begraven, denkt justitie dat dit kansrijk is.

Vast blijven zitten

De rechtbank in Den Haag heeft vrijdag besloten dat Daniel E. tot de behandeling van de zaak op 30 oktober, vast moet blijven zitten. Dit meldt het Algemeen Dagblad. Hij kan alleen worden veroordeeld, als moord met voorbedachten rade kan worden aangetoond. Voor minder zware varianten van moord in het wetboek van strafrecht geldt verjaring. Over het motief voor de moord op Miriam Sharon is niets bekend.

Lees hier meer

Dna-match in 26 jaar oude moordzaak