Dino Soerel wijst beschuldigend naar Holleeder

Dino Soerel maakte ruzie met Willem Holleeder omdat deze zijn naam gebruikte om een afpersing te doen. Dat bleek donderdag 10 maart uit de voortzetting van de zaak tegen Dino Soerel in de Passage-zaak. Het verwijt aan Holleeder kwam aan de orde tijdens een pleidooi van advocaat Nico Meijering die zijn onderzoekswensen kenbaar mocht maken.

Holleeder zou in 2005 de crimineel Arjen K. hebben gedreigd met de naam van Dino Soerel, kennelijk zonder dat Soerel daarvan op de hoogte was. Volgens Meijering was dat een patroon: Holleeder gebruikte namen van anderen om af te persen.

Voor het eerst wijst een liquidatieverdachte beschuldigend naar een mede-verdachte. Het komt er op neer dat Soerel Holleeder beschuldigt van afpersing.

Het Openbaar Ministerie wil delen van de Endstra-tapes die belastend zijn voor Dino Soerel gebruiken als bewijs tegen Soerel. Endstra zet Soerel daarin in sommige passages neer als de baas die achter de afpersing zit. Zo zegt Endstra: ‘ik durf nauwelijks aan Dino te vertellen dat je niet meer betaalt.’ Ook hier schermt Holleeder met de naam van Dino Soerel, kennelijk om Endstra af te persen.

Volgens Meijering schermde Holleeder ook met de namen van freefighters Hans N. en Dick V.

Meijering en Soerel willen bewijzen dat de relatie tussen Holleeder en Soerel niet zo intiem is als door Endstra, en kennelijk door het Openbaar Ministerie, wordt gedacht. En daarmee Soerel wegkrijgen van de gedachte dat hij deeluitmaakte van de criminele organisatie van Holleeder die liquidaties zou plegen.

Dino Soerel wordt in de Passage-zaak vervolgd voor de moorden op Kees Houtman, Thomas van der Bijl en voor lidmaatschap van een criminele organisatie.

Soerel is ook nog verdachte in de voorbereiding van de moorden op Atilla Ö. en Leen B., liquidaties die nooit zijn uitgevoerd, en hij is ook verdachte van de moorden op August Adjoeba en Nedim Imaç.