De kroongetuige in een lek bootje

Peter la S. zit zonder advocaat en daardoor kwam het toch al slakmatig bewegende Passage-proces vanmorgen zo nu en dan weer piepend en krakend in tumult tot stilstand. ‘In godsnaam’, bezwoer officier van justitie Betty Wind, in een zoveelste ‘indringend beroep’ op de kroongetuige, neem weer een advocaat. In de praktijk heeft La S. nu vijf advocaten in de vorm van de officieren van justitie, plus de rechtbank. Maar dat bespoedigt de gang van zaken niet.

Kroongetuige én verdachte La S. begrijpt de juridische kaders niet waarbinnen het rollenspel voor de rechtbank wordt gespeeld. Stelt vragen buiten de orde en zegt bijvoorbeeld steeds: ‘Ik ben het niet met u eens.’

Tijdverlies.

‘Ja, voor u is het allemaal duidelijk omdat u juristen bent’, riep La S. Inderdaad, voor iedereen behalve voor de andere verdachten maar die hebben een advocaat om het uit te leggen.

‘Ik zit hier niet om u juridisch college te geven’, verzuchtte voorzitter Frits Lauwaars.

Nee, maar de rechtbank is wel verplicht de belangen van een verdachte zonder advocaat te bewaken en uit te leggen wat er allemaal speelt.

En dan zegt La S. weer: ‘Ik zit hier niet vrijwillig zonder advocaat’. Maar dat vindt de rechtbank weer van wel.

De rechtbank wees een aantal verzoeken die La S. ten behoeve van zijn verdediging zonder advocaat had gedaan af. Hij krijgt geen leestijd en geen geld. Hij wilde geld om bandopnames met mensen van zijn getuigenbeschermingprogramma uit te kunnen laten werken. Krijgt hij niet.

‘OK dan gooi ik die banden ongecensureerd de zaal in’, zei de kroongetuige.

‘Ja, nu ben ik het spuugzat’, riep de advocaat van Jesse R., Sander Janssen. ‘Hij slingert zomaar alles de rechtszaal in. Het gaat werkelijk beneden alle peil. U wilt drie ton en een eigen identiteit en die krijgt u niet, meneer La S. En dan dreigt hij weer stukken openbaar te gaan maken en dat doen hij dan uiteindelijk toch weer niet.’

Janssen zei al jaren bezig te zijn met alle gedoe rond La S. en hij herhaalde dit ‘spuugzat’ te zijn.

Officier van justitie Hans Oppe: ‘Nu gaat de heer Janssen toch werkelijk buiten de orde.’

‘Zo langzamerhand is het de vraag wat de orde eigenlijk is in dit proces’, zei de voorzitter. ‘Het is een hartekreet maar de heer Janssen heeft in mijn ogen toch behoorlijk gelijk.’

‘Maar goed, de orde is als het lampje van de microfoon van de voorzitter brandt dat hij aan het woord is. Gaat u rustig verder meneer La S. Als u opnames de zaal in gaat slingeren dan zien we dat wel.’

Sander Janssen: ‘La S. lijkt op een patiënt in een medisch waanzinnig ingewikkelde situatie die de dokters wegstuurt en zegt ik ben niet ziek. Ik doe het zelf wel.’

De jongste rechter probeerde het nog een keer uit te leggen: ‘Meneer La S. er is een overstroming. En daar zit u in. En een advocaat is een bootje waar u in kunt klimmen. Maar u zegt dat bootje is niet genoeg ik wil een mooie coaster. Maar als u niet in dat bootje stapt bent u alleen in dat woelende water en die golven.’

‘Ja maar dat bootje is lek. De officier van justitie heeft het lek geprikt’, risposteerde de kroongetuige.