De 38-jarige Serviër Nebosja I. krijgt van de rechtbank in Amsterdam drie jaar gevangenisstraf, waarvan één jaar voorwaardelijk voor het voorhanden hebben van een bom in 2004. De rechtbank gaat ervan uit dat daarmee een een aanslag zou worden gepleegd.

Buitenveldertse woning

De politie kwam er bij toeval achter tijdens het tappen – in de avond van 11 november 2004 – van de telefoons van onder meer “Paja” M. en “Bato” P.  dat I. met een bom bezig was. Het signaal van zijn telefoon leidde de politie naar een woning in Buitenveldert. Daar werden onder meer een explosief en een tot ontsteker omgebouwde telefoon gevonden. Het veronderstelde doelwit was een garagehouder in Rotterdam. Zijn foto en plattegronden van de omgeving van zijn garage werden ook in de woning aangetroffen.

Kilo springstof

I. speelde een belangrijke rol bij het aannemen van de opdracht en de voorbereiding van de bomaanslag, volgens de rechtbank. Hij werkte hierbij nauw samen met (in ieder geval) twee andere mannen. Deze zijn eerder al veroordeeld.

De bom bevatte twee pakketten van elk 500 gram springstof op basis van pentriet (PETN). Vaststaat dat slechts 100 gram van deze springstof volstaat om een auto uit elkaar te rijten. Het is evident dat de bom levensgevaarlijk was en een enorme ravage zou hebben aangericht als het tot ontploffing was gekomen.

Toevallige aanhouding

I. had geen strafblad in Nederland en werd pas in 2016, min of meer toevallig, in Hongarije aangehouden voor de feiten. De rechtbank heeft bij het opleggen van de straf – conform de eis van de officier – daarom rekening gehouden met de lange tijd die sinds het begaan van de strafbare feiten is verstreken.

Zie het vonnis.