Latijns-Amerika wil legaliseren

Dat de Boliviaanse president als 100% Aymara-indiaan deze week de legalisering van coca-blaadjes heeft bepleit is niet verrassend. Ook niet dat hij daarbij onderstreepte dat coca-extract een belangrijk bestanddeel van energiedrank Red Bull is. Wel opmerkelijk is de langzaam aanzwellende stroom politici in Latijns-Amerika die voor legalisering van drugs pleiten. Zoals de nieuwe president van Guatemala, een oer-conservatieve oud-generaal. 

Deze week was de Boliviaanse president Evo Morales op bezoek bij het VN-instituut voor de bestrijding van drugsmisdaad (UNODC). Indianen kauwen sinds eeuwen cocablaadjes omdat het een gezonde aanvulling is op hun dieet, wegens de vitaminen en mineralen, en hun uithoudingsvermogen verlengt. Logisch dat Morales pleit voor regulering van coca-teelt. Tegelijk vroeg hij hulp – helicopters – om de illegale teelt, die voor de productie van cocaïne te bestrijden.

Morales vindt eigenlijk dat het coke-snuivende West-Europa en Noord-Amerika eerst maar eens hun consumptie moeten terugschroeven.

Tegelijk waait er in Latijns-Amerika een nooit eerder vertoonde wind van verzet tegen de war on drugs. De laatste jaren waren het oud-presidenten die pleitten voor legalisering van drugs: die van Colombia (Cesar Gaviria), Mexico (Vicente Fox, Ernesto Zedillo), Brazilië (Fernando Henrique Cardoso) en Chili (Ricardo Lagos).

Nu stellen de zittende presidenten van Colombia (Juan Manuel Santos) en Guatemala (Otto Perez Molina) vergaande hervormingen in de de drugsbestrijding voor. En dat is nieuw.

In hun visie is regulering van de illegale markten de enige weg om de steeds verdergaande corruptie en criminalisering te bestrijden en de enige weg naar economische ontwikkeling. Met name het junglegebied in noordelijk Guatemala wordt steeds meer een vrijstaat voor Mexicaanse drugskartels als Los Zetas.

Sceptici dachten aanvankelijk dat de recent aangetreden Guatemalteekse president ketelmuziek speelde met zijn hervormingsgedachten, nu blijkt dat hij zijn vice-president de regio rondstuurt om steun voor zijn standpunten te verzamelen. Tot grote ergernis van de VS die de minister van Homeland Security, Janet Napolitano dezelfde tour laat maken met de boodschap dat de war on drugs juist een groot succes is.

Op de achtergrond spelen de Mexicaanse verkiezingen, komende juli. De gewelddadige strijd tegen de drugsmaffia van zittende president Felipe Calderón heeft sinds december 2006 bijna 50.000 doden opgeleverd, plus wild om zich heen grijpende corruptie, militarisering en groeiende macht van verschillende drugskartels. De nieuwe president zal vrijwel zeker proberen in Mexico een alternatief voor de geweldsspiraal te vinden.

Zelfs de cowboy Calderón is nu om aan het gaan, ingegeven door de komende verkiezingen. Ook hij stelt geregeld in internationale bijeenkomsten dat de consumerende landen zélf meer moeten doen en sprak laatst zelfs van ‘markt-alternatieven’ om de vraag naar drugs te reduceren.

Over twee weken staat de discussie over de war on drugs op de Amerikaanse top in Colombia. Ondertussen zijn de voorgangers van Calderón Vicente Fox en Ernesto Zedillo, samen met de voormalige Spaanse premier Felipe Gonzalez, aan het lobbyen voor hervormingen in het wereldwijde drugsbeleid.

Dat lobbyen gebeurt middels de Global Commission on Drug Policy waar ook de Amerikaanse oud-minister van Buitenlandse Zaken onder Ronald Reagan, George Schulz zitting in heeft. Andere leden zijn onder meer: de Amerikaanse top-econoom Paul Volcker, oud Euro-topman Javier Solana en de vroegere secretaris-generaal van de Verenigde Naties Kofi Annan.

Meer over de drugsoorlog in Mexico hier.