Spreekrecht ouders zedenzaak toegekend

De rechtbank van Amsterdam heeft besloten dat in de zedenzaak tegen Robert M. en zijn partner Richard van O. (foto) spreekrecht zal worden verleend aan één van de betrokken ouders per kind dat slechtoffer is. Dat is een besluit dat voortkomt uit een interpretatie van de wet die slachtoffers spreekrecht geeft. De wet kent de mogelijkheid dat een slachtoffer tijdens de behandeling van de rechtszaak verslag doet van wat hij heeft doorstaan. Maar vertegenwoordiging door een familielid is niet de bedoeling. Toch wil de rechtbank dat wel.

De reden is dat strikte naleveing van de wet in dit geval een ongewenste situatie op zou leveren, aldus de rechtbank. Vrijwel alle slachtoffers in de zedenzaak zijn zeer jong en niet in staat zich uit te drukken. 

Verder heeft de rechtbank besloten dat gelet op de privacy van de slachtoffers onderdelen van de inhoudelijke behandeling plaatsvinden achter gesloten deuren.

Onder meer het spreken door de ouders van de slachtoffers zal achter gesloten deuren plaatsvinden. Ook het tonen van door Robert M. vervaardigde foto’s en films zal achter gesloten deuren gebeuren.

Van de rapportages van het Pieter Baan Centrum over de twee verdachten M. en Richard van O. zal geen afschrift worden verstrekt aan de ouders omdat deze rapportages zeer gedetailleerd ingaan op het persoonlijk leven van de twee verdachten. Aan de orde komen onder meer hun medische achtergrond en hun contacten met familieleden. Integrale verspreiding zou een te grote inbreuk op de privacy met zich meebrengen.

Het is de bedoeling dat de inhoudelijke behandeling zal starten op maandag 12 maart 2012. De behandeling zal enige weken duren.