Een wereldwijde club van ex-presidenten pleit in een rapport voor het wereldwijd afschaffen van het drugsverbod, onder meer om georganiseerde misdaadorganisaties hun verdienmodel te ontnemen.

door Joost van der Wegen

Tegenwicht

De Global Commission on Drug Policy is in 2011 naar eigen zeggen opgericht om tegenwicht te bieden aan de internationale ‘war on drugs’. Lid van de organisatie zijn onder meer voormalige Presidenten van Mexico en Brazilië, maar ook luchtvaartondernemer Richard Branson en de voormalige VN secretaris-Generaal Kofi Annan.

De organisatie is van mening dat drugsbeleid meer gebaseerd moet zijn op de volksgezondheid, dan op het criminaliseren van gebruikers en het laten ontstaan van misdaad, door het internationale drugsverbod.

Winst

Als het gaat om misdaad en volksgezondheid, verenigt het verbod op drugs het slechtste van twee werelden, schrijft de organisatie in een pas verschenen manifest: ‘Georganiseerde misdaadgroepen strijken alle winst op, terwijl consumenten overgeleverd zijn aan gecriminaliseerde en gestigmatiseerde markten, waarbij ze het risico lopen vervuilde producten te kopen, die schade aan hun gezondheid kunnen veroorzaken.’

Uitdagen

In het pamflet met de titel ‘Tijd om het drugsverbod af te schaffen’ staat een passage waarin men benadrukt dat de ‘menselijke waardigheid en het belang van de rechtstaat’ prioriteit moeten krijgen in het internationale drugsbeleid: ‘In de komende tijd moet de beweging die een repressief drugsbeleid wil afschaffen, de wereldwijde gevestigde orde uitdagen die ‘keihard aanpakken’ traditioneel op de agenda heeft staan.’