De zen-benadering van de nieuwe getuige

In de laatste fase van het proces tegen Mink Kok in de Van der Heiden-zaak was het net kleiduiven schieten. Tot op de laatste dag kwam het Openbaar Ministerie in 2007 nog met nieuwe verrassingsgetuigen uit de hoge hoed. En die werden vervolgens met achteloos gemak door de verdediging uit de lucht geschoten (vrijspraak volgde). Doet een beetje denken aan de nieuwe getuige Harry W. bij het Passage-proces. De belangen zijn groot voor het OM. Proberen dus maar, met deze W. Eens kijken, hoe het ging vandaag.

W. heeft ‘vrij compacte’ verklaringen afgelegd over de drie moordzaken in 1993. Advocaat Sander Janssen (van Jesse R.) bedoelde daarmee: mager. Het komt er steeds op neer dat hij omstreeks 1994 samen met “Moppie” R. en Henk Rommy in een auto zat en dat Rommmy vertelde dat “Moppie” R. samen met Jesse R. in 1993 in ieder geval vijf moorden pleegde. En nu knaagt het geweten van getuige H.W. daarover heel erg.

Informatie over die moorden circuleert al jaren en jaren in de media. En H.W. weet in 2011 als getuige niet méér te vertellen dan wat er al in die media is verschenen.

Maar wat blijkt: H.W. heeft sinds 1998 (of daaromtrent) geen kranten gelezen, televisie gekeken of Crimesite doorgesurfd, in ieder geval niet over het misdaadmilieu. Nee meneer, helemaal niet. ‘Ik wist helemaal niet dat er een Passage-proces liep!’

Op vragen van Sander Janssen antwoordde hij dat ten tijde van de eerste vier gesprekken met de politie van begin dit jaar hij ook nog helemaal niets geen media over misdaad consumeerde.

‘Ik bedacht me, ik ga juist helemaal niks lezen, ik wilde niet dat het mijn herinnering beïnvloedt,’ zo preciseerde de brave H. W.

‘Hm, een bijna bovenmenselijke volwassenheid’, bromde Janssen.

Maar W. las wél in de media nádat hij zijn verklaringen had afgelegd, medio mei van dit jaar, toen kon het wel, vond hij.

‘En wat dacht u, toen u dat allemaal op Crimesite las, over die moorden’, vroeg Janssen.

‘Zie je wel’, zei de getuige, ‘dat die moorden inderdaad blijkbaar gebeurd zijn.’

In de kluisverklaringen belast W. zichzelf (raketbeschieting) en ook dus Rommy en Moppie R. Hij kreeg te horen dat hij voor de raketbeschieting veroordeeld zou worden. En toen liep hij naar buiten zonder deal of niks. Hij sprak wat met mensen van het Team Getuigenbescherming, maar dat leidde niet tot iets concreets, hij maakte geen afspraken over zijn vervolging. Noch over wanneer en onder welke voorwaarden zijn kluisverklaringen uit de kluis zouden komen.

‘U wandelt zo naar buiten, zonder garanties of afspraken’, riep Janssen uit.

‘Ja’, zei de getuige, ‘Ik ben natuurlijk al oud en ik vind het best om in een gesloten inrichting met mijn voeten op een bankje een boek te lezen.’

‘Hm’, zei Janssen, ‘weer een bovenmenselijke volwassenheid. Eigenlijk een soort zen-achtige benadering.’