Jasper S. voor de rechtbank

De Friese veehouder Jasper S. staat woensdagmiddag om 13.30 voor het eerst openbaar terecht in een pro forma-zitting van de rechtbank in Leeuwarden. Hij wordt ervan verdacht in 1999 op de late avond van Koninginnedag de toen 16-jarige Marianne Vaatstra te hebben verkracht en vermoord. De rechtbank zal waarschijnlijk de voorlopige hechtenis van S. verlengen. De officier van justitie zal spreken over de stand van het onderzoek. Crimesite doet vanmiddag live verslag.

Ter zitting zal duidelijk worden wanneer de rechtbank de moordzaak inhoudelijk zal behandelen. De advocaat van S. heeft al laten weten dat zijn cliënt heeft bekend en zo snel mogelijk wil worden veroordeeld. Volgens advocaat Jan Vlug ziet S. erg op tegen de zitting – waar hij zal worden geconfronteerd met de vader van Marianne Vaatstra – maar hij zal zeker verschijnen.

Het psychisch forensisch onderzoek door de psychiater en de psycholoog is afgerond. Dat is niet gebeurd zoals te doen gebruikelijk, in het Pieter Baan-centrum (PBC) in Utrecht waar verdachte gedurende zeven weken wordt geobserveerd en waar met hem gesprekken worden gevoerd. S. is in het huis van bewaring in Zwolle door psychologen en psychiaters ondervraagd. De forensisch artsen hebben dit besloten omdat zij niet verwachtten dat de stugge Fries zich in de groepsomgeving van het centrum zou onderhouden met anderen, zodat er weinig te observeren zou zijn.

Verder heeft een medewerker van het PBC mensen in de omgeving van S. ondervraagd.

In De Telegraaf van woensdag wordt het besluit S. niet in het PBC te onderzoeken bekritiseerd door een oud-medewerker van het PBC, de forensisch psycholoog Ernst Ameling, die achttien jaar bij het PBC werkte als hoofd van de afdeling forensische psychologie. Ameling denkt dat er misschien aspecten in de psyche van S. worden gemist omdat er geen observatie-onderzoek in teamverband is gedaan.

Ameling in De Telegraaf: ‘Zo’n team heeft voortdurend overleg en toetst elkaar de hele tijd. Dat is bij ambulant onderzoek veel minder het geval, waardoor er makkelijker missers in het onderzoek sluipen. Bovendien is er geen zeven weken durende groepsobservatie zoals in het PBC. Het is opmerkelijk dat justitie in deze zware zaak niet alles uit de kast heeft gehaald.’

Een belangrijke vraag die opkomt in de rechtszak is of S. zich zal verzetten tegen een tbs. Ameling vermoedt dat het OM niet het risico heeft willen lopen dat S. medewerking aan een PBC-onderzoek zou weigeren, omdat daarmee een eventuele tbs-oplegging in gevaar kan komen.

Advocaat Jan Vlug: ‘De meerwaarde van het PBC is dat je een verdachte kunt observeren. Jasper S. is een atypische man. Een gesloten stugge Fries. Die gaat niet gezellige relaties aanknopen op de afdeling. Het leek iedereen, ook het Openbaar Ministerie, beter om hem ambulant te laten onderzoeken.’