Openbaar Ministerie en politie Haaglanden zijn boos op De Telegraaf over het artikel van maandagmorgen over het onderzoek naar de moord op Anneke van der Stap. De krant schrijft dat de kleding van het slachtoffer niet is onderzocht. Dat is volgens justitie feitelijk onjuist en daarom is de hoofdredactie van de Telegraaf om een rectificatie gevraagd. De Telegraaf stelde dat in het onderzoek naar de moord op Anneke van der Stap bewijsmateriaal van mogelijk cruciaal kaliber is vernietigd. Volgens de krant is de kleding van Anneke niet op sporen onderzocht. Door de kleren vervolgens te wassen – om ze voor tactische doeleinden te gebruiken – zouden eventuele sporen voorgoed zijn vernietigd. Dat is onjuist.
Het lichaam van Anneke van der Stap is op 22 juli 2005 in de bosjes aan het Jaagpad in Rijswijk gevonden. De forensische opsporing heeft zowel de locatie als de kleding van Anneke van der Stap grondig onderzocht. Zegt het Openbaar Ministerie:
‘De forensische opsporing van Politie Haaglanden bemonsterde de kledingstukken van Anneke van der Stap op haren en vezels. Gezien de staat waarin het lichaam en de kleding verkeerden, was onderzoek naar contactsporen (dna-materiaal van derden) niet zinvol. Na het onderzoek zijn de bemonsteringen van de kleding door het NFI onderzocht.’
En verder schrijft het OM in een persbericht:
‘Na het sporenonderzoek zijn de kledingstukken van Anneke van der Stap gewassen, om zo vervolgens aan het publiek te kunnen tonen. Het rechercheteam, dat onder leiding van het OM onderzoek verrichtte, hoopte hiermee mensen te vinden die Anneke kort voor haar verdwijning en overlijden nog hadden gezien.’
Lees: