Het Openbaar Ministerie in Rotterdam heeft een werkstraf van 80 uur geëist tegen een voormalige Rotterdamse politieagent (46) omdat die in 2017 een kennis zou hebben ingeseind dat een arrestatieteam hem aan zou gaan houden, aldus het Algemeen Dagblad.

Aangifte ex

Michael H. ontkent de beschuldiging. Hij kreeg strafontslag en vecht dat aan. Het ontslag is, anders dan te doen gebruikelijk, al gebeurd voordat een rechter de agent veroordeelde.

De kennis had de man gezegd dat zijn ex aangifte van bedreiging tegen hem had gedaan. H. zegt hem te hebben geadviseerd om zich aan te geven. Hij voegt eraan toe dat hij pas daarna in zijn diensttelefoon zag dat de kennis gesignaleerd.

Toen het arrestatieteam zich in alle vroegte meldde op een woonwagenkamp in Nieuwerkerk aan den IJssel was de gezochte kennis niet thuis en hing aan de voordeur een briefje met de boodschap dat hij zich later op de dag zelf zou melden.

Ambtsgeheim geschonden

De officier van justitie vindt dat het niet anders kan dan dat Michael H. opzettelijk zijn ambtsgeheim heeft geschonden door geheime informatie door te spelen aan zijn kennis.

H.’s advocaat ziet geen bewijs en vindt dat juist vaststaat dat dat zijn cliënt de verdachte kennis ertoe aanzette om zich bij de politie te melden. Volgens de advocaat staat ook vast dat H. een plichtsgetrouwe agent was die door de gebeurtenissen psychische problemen heeft gekregen en nu met moeite de eindjes aan elkaar kan knopen.

De officier van justitie eiste een taakstraf van tachtig uur, wat hij een lage strafeis vindt. Hij zei bij de eis te hebben laten meewegen dat de agent zijn baan al kwijt is.