Justitie heeft met twee langdurige undercoveroperaties een ultieme poging ondernomen om een bekentenis te krijgen voor de zaak rond de moord op Willem Endstra. Dat meldt Het Parool zaterdag. De recherche heeft sinds het voorjaar van 2012 geprobeerd om met onder meer infiltraties een biecht van de verdachte Ali N. (28) te ontlokken.
De recherche verdenkt Ali N. en zijn neef Özgür C. er al jaren van dat zij een sleutelrol hebben gespeeld in de voorbereiding op de moord op Enstra in mei 2004. De opdracht zou komen uit de hoek van Holleeder, maar ook dat kan niet worden bewezen.
Hat Parool schrijft dat in twee acties, die in totaal zo'n negen maanden duurden, agenten weliswaar het vertrouwen van N. wisten te winnen, maar een biecht bleef uit.
Nauwelijks twintig
De recherche dacht bij N. het meeste kans te hebben op een bekentenis, omdat de moord op hem het meeste indruk zou hebben gemaakt. N. was nauwelijks twintig toen Endstra werd vermoord.
In mei 2012 gaan twee Duitse undercoveragenten daarom naar een Brussels restaurant, waar N. met zijn Turkse band speelt. De agenten gaan vlakbij de band zitten en geven hem in de pauze complimenten. Een van hen vraagt of hij op een feest voor een zakenvriend wil spelen. N. gaat daar op in.
'Zakenfeest'
In juni is het zover. De 'zakenlieden' voor wie N. en zijn band spelen, zijn rechercheurs. Eén van hen knoopt een gesprek aan, en stelt voor om in Alkmaar wat te gaan drinken. Opnieuw stemt N. in.
De rechercheur maakt bij deze afspraak, in eind augustus, een toespeling over zijn 'criminele verleden'. N. zegt dat hij ook een crimineel verleden heeft en begint er over dat hij verdacht wordt iets te maken te hebben met de moord op Endstra. Ook maakt hij een toespeling over drugshandel: een laatste klapper zou hem moeten helpen uit het milieu te stappen.
N. vertelt echter niet meer dan de rechercheur al weet: hoe justitie het ziet en dat Holleeder een sleutelrol in de zaak zou spelen. Later ontkent N. zelfs iets met de zaak te maken te hebben. Ook zegt hij niets met de moord op Mieremet van doen te hebben gehad, waarvan justitie hem ook verdenkt.
Tarotkaarten
Later onderneemt justitie een nieuwe poging. Een vrouwelijke rechercheur botst tegen zijn auto. N. wil de schade bij daglicht zien en spreekt af later contact op te nemen. Hij laat later weten dat de schade meevalt en hij geen vergoeding hoeft, maar de twee spreken toch af.
De vrouwelijke rechercheur zegt magnetiseur te zijn. Zij zegt dat 'de grootste zaak van Nederland' weleens iets te maken zou kunnen hebben dat N. zich de laatste tijd zo slecht voelt. Zij belooft hem te behandelen in Utrecht, waar ze tarotkaarten legt. Ook dan ontkent N. iets te maken te hebben met de moord.
De advocaat van N., Brigitte Roodveldt, zegt in Het Parool dat de acties 'heel ver gaan'. 'Het kennelijk beoogde resultaat is niet bereikt. Logisch, want mijn cliënt is onschuldig.'
De strafzaak wordt 3 juni hervat.
Lees ook: