Justitie in hoger beroep in moordzaak door slaapstoornis
Justitie gaat in hoger beroep in de zaak van een man die vorig jaar zijn vrouw wurgde en claimde dat dit onder invloed was van een slaapstoornis. De rechtbank sprak hem eind vorige maand vrij. Maar het OM vond de handelingen die hij heeft moeten verrichten om zijn vrouw om het leven te brengen, te complex om tijdens de stoornis te hebben gedaan.
Onder invloed
Een 67-jarige man wurgde in september 2023 zijn vrouw in de slaapkamer van hun woning in Veghel. Volgens de rechtbank Oost-Brabant was er geen sprake van opzet en was de verdachte tijdens zijn daad onder invloed van een slaapstoornis. De man werd eind vorige maand vrijgesproken. Het Openbaar Ministerie Oost-Brabant (OM) is het niet eens met die beslissing en gaat in hoger beroep.
Oordeel
Het OM is het niet eens met het oordeel van de rechtbank dat het handelen van de verdachte slechts is te verklaren vanuit een slaapstoornis. Hoewel specialisten hebben aangegeven dat een slaapstoornis niet kan worden uitgesloten, is de aandoening bij de verdachte niet gediagnosticeerd. Ook zijn de handelingen die verdachte heeft moeten uitvoeren om zijn echtgenote te doden volgens het OM te complex om onder invloed van de slaapstoornis uit te voeren.
De man pakte die bewuste nacht het snoer van een nachtlampje in zijn slaapkamer en wurgde daarmee zijn vrouw. Hij belde vervolgens zelf de hulpdiensten. De man bekent dat hij zijn vrouw om het leven bracht, maar zegt zich niets te kunnen herinneren van het moment waarop hij haar daadwerkelijk wurgde. Hij is onderzocht op een slaapstoornis (REM-sleep Behavior Disorder, kortgezegd: RBD). De deskundigen kunnen deze stoornis niet aantonen, maar sluiten ook niet uit dat de verdachte daaraan lijdt.
De officieren van justitie geloven niet dat de verdachte zijn vrouw heeft gedood tijdens zijn slaap. Zij stellen dat de daad te complex was om onder invloed van een slaapstoornis uit te voeren en menen dat de man zich wel degelijk bewust moet zijn geweest van zijn handelen. Ze eisten een gevangenisstraf voor doodslag.
Aannemelijk
Maar de rechtbank vond het aannemelijk dat de verdachte tijdens het incident leed aan de slaapstoornis RBD. Hij had eind juli 2023 ernstige angstdromen en had in die periode crisiscontact met de GGZ en werd kort behandeld met medicijnen. Het incident, enkele weken later, speelde zich af aan het einde van de nacht in de slaapkamer. Volgens de neurologen, psycholoog en psychiater komt het bovendien oprecht over dat de man geen herinnering heeft aan het wurgen. Dit klopt volgens de neurologen met het gegeven dat iemand die in zijn slaap onder invloed van deze stoornis iets doet en dan niet gewekt wordt, daar geen herinnering aan kan hebben.
Geen motief
Daarnaast speelt mee dat er niets van een motief duidelijk is geworden. Volgens alle getuigen, onder meer de kinderen van het stel, waren er geen problemen in de relatie. Ook vindt de rechtbank het uiterst onwaarschijnlijk dat de verdachte, gelet op zijn persoon en zijn licht verstandelijke ontwikkelingsstoornis, in staat zou zijn een scenario als dit te bedenken om zijn vrouw om het leven te brengen.
Zeldzaam
Er zijn ook geen getuigen die over het incident kunnen verklaren en er is beperkte forensische informatie over de precieze toedracht. Uit die informatie, onder meer de positie van het lichaam en de positie van het snoer en het lampje, blijkt niet dat de verdachte niet onder invloed van de stoornis handelde of kan hebben gehandeld. Het argument van de officieren van justitie dat het relatief zeldzaam is dat een dergelijke slaapstoornis leidt tot fysiek geweld met overlijden, wil niet zeggen dat dat in dit geval niet kan zijn gebeurd. Volgens de deskundigen zijn er meerdere gevallen van verstikking en verwurging bekend.
Vrijspraak
Al met al concludeerde de rechtbank dat het wurgen kan worden verklaard door de slaapstoornis. Dit betekent dat de man zijn vrouw om het leven bracht in zijn slaap en volgens de deskundigen is er op zo’n moment geen sprake van bewust handelen. De rechtbank kan daarom niet zonder gerede twijfel bewijzen dat de verdachte opzettelijk zijn vrouw om het leven bracht en sprak hem dan ook vrij.
Opzettelijk
Het OM wijst er nu op dat de verdachte tijdens het onderzoek verklaringen heeft afgelegd over het ten laste gelegde. ‘Toen kon verdachte zich nog herinneren wat er was gebeurd en wat hij had gedaan. Hij zegt alleen niet te weten waarom hij zijn vrouw om het leven bracht. Anders dan de rechtbank is het OM op basis van het dossier van oordeel dat de verdachte zijn vrouw opzettelijk van het leven heeft beroofd. Het OM ziet daarom voldoende reden om hoger beroep in te stellen tegen de vrijspraak.’