Sander Janssen, de advocaat van Jesse R. moest gisteren teleurstelling wegslikken toen bleek dat de rechtbank van Amsterdam niet van plan is het dossier van het onderzoek naar de in 2002 vermoorde Gerrie Bethlehem in te gaan zien. Het Openbaar Ministerie heeft letterlijk gezegd dat er ‘geen aanwijzing is’ dat La S. betrokken is bij het dossier Bethlehem. Maar even later zei deze officier: ‘Ook als er punten zijn in de verklaring van R. die kloppen, wil dat nog niet zeggen dat La S. daarmee een dader is.’ Kortom, een beetje zal La S. toch wel in het Bethlehem onderzoek voorkomen.
Sander Janssen: ‘De rechtbank kiest er nu voor blindelings te vertrouwen op de mededelingen van het Openbaar Ministerie over de inhoud van de dossiers. Wij vinden dat een dergelijk blindelings vertrouwen niet past in een eerlijk en evenwichtig proces, en al helemaal niet in dit ongekend grote onderzoek met deze ongekend grote belangen.’
Jesse R. wordt nu niet vervolgd voor de moord op Bethlehem. Maar in dit verband is het wel pikant dat aan zijn uitlevering van van Marokko naar Nederland een verdenking van de moord op Bethlehem ten grondslag lag.
Een officier schrijft in dat uitleveringsverzoek dat R. verdacht is van medeplegen van de moord op Bethlehem, dan wel het uitlokken hiertoe op 9 februari 2002. Dat komt doordat Peter la S. heeft gezegd te denken dat Jesse R. dit heeft gedaan.
Daarom ook vindt Jesse R. dat hij na zo’n zware beschuldiging er recht op heeft het onderzoeksdossier naar die moord in te zien.
Janssen zegt door te willen gaan zoeken naar informatie de precieze aard van de betrokkenheid van La Serpe bij deze zaken.
Lees ook:
Bethlehem moest dood om de hasj