De stoffelijke resten die 19 januari werden gevonden in een koffer in Amsterdam zijn niet van de vermiste Sabrina Oosterbeek. Dat heeft dna-onderzoek uitgewezen. De romp die in de donkerkleurige koffer werd aangetroffen is van een vrouw tussen de 20 en 50 jaar oud.

Verdwenen

Sabrina Oosterbeek (30) verdween op 8 maart vorig jaar. Ze ging haar fiets verkopen en kwam nooit meer thuis. Sabrina Oosterbeek woonde al jaren in de flat Geldershoofd in Amsterdam-Zuidoost. Ze was verslaafd aan drugs, maar relatief ging het goed met haar. Ze had goed contact met haar familie. In de nacht van dinsdag 7 op woensdag 8 maart verliet ze om ongeveer 02.45 haar woning. Ze zei tegen haar vriend alleen dat ze een afspraak had om haar fiets te verkopen. Tussen 02.00 en 04.00 heeft ze volgens de politie nog een aantal telefoongesprekken gevoerd, ook met personen die bekenden zijn van de politie.

Sjonnie W.

Ruim 3 maanden later werd huisschilder Sjonnie W. aangehouden.  W. en Oosterbeek kenden elkaar en hadden ze zo nu en dan seks. Op de nacht van haar verdwijning had Oosterbeek en W. in ieder geval telefonisch contact. 

W. wordt ook verdacht van de moord op de Roemeense Mirella Mos in Amsterdam. Het stoffelijk overschot van de 30-jarige Roemeense vrouw werd op 15 november 2004 onder een boom in een aantal vuilniszakken door de milieupolitie aangetroffen. Mos zou zo nu en dan als prostituee hebben gewerkt in Nederland. 

IJmeer

De recherche verdenkt Sjonnie W. ook van de moord op Monique Roossien (26, foto), die in 2003 werd doodgeslagen en achtergelaten bij het IJmeer in Amsterdam. W. ontkent betrokken te zijn bij de verdwijning van Sabrina Oosterbeek en de moord op de andere twee vrouwen. Hij deed in de gevangenis een zelfmoordpoging.