Marengo-proces: raadsheer gerechtshof trekt zich terug
Een raadsheer (rechter) van het gerechtshof in Amsterdam dat de zaak tegen Ridouan Taghi en medeverdachten behandelt, heeft zich teruggetrokken omdat hij eerder betrokken was bij een strafzaak waarin kroongetuige Nabil B. werd veroordeeld. Volgens het gerechtshof heeft de raadsheer een verzoek tot verschoning ingediend.
Aan laten houden
Dit betekent dat deze raadsheer vindt dat hij niet langer deel kan uitmaken van de zittingscombinatie die de zaak Marengo behandelt in hoger beroep. Door de verdediging van de Marengo-verdachten Said R. en Mohamed R. was aangevoerd dat deze raadsheer eerder de kroongetuige in 2018 heeft berecht en veroordeeld voor het voorhanden hebben van vuurwapens.
Nabil B. liet zich in januari 2017 aanhouden met een wapen en ging diezelfde dag in het diepste geheim in gesprek met het Openbaar Ministerie om kroongetuige te worden. Deze wapenzaak is geen onderdeel van het Marengo-proces.
Geen reden
De betrokkenheid van de raadsheer bij die wapenzaak is relevant omdat in het Marengo-proces de vraag aan de orde komt of door het Openbaar Ministerie aan de kroongetuige is beloofd dat hij de opgelegde straf in de wapenzaak niet zou hoeven uit te zitten.
Op zichzelf is het feit dat een rechter eerder in andere strafzaak een verdachte of een getuige straf heeft opgelegd geen reden om een nieuwe zaak niet meer te kunnen behandelen. Ook nu is de berechting in een andere zaak geen juridische reden om niet meer te mogen oordelen in de nieuwe zaak (Marengo), zegt het gerechtshof.
Discussie
De raadsheer die nu een verzoek tot verschoning heeft ingediend vindt dat er discussie is ontstaan over zijn deelname als oudste raadsheer in de Marengo-combinatie en dat deze discussie niet goed is voor de voortgang van de behandeling van Marengo. Dat is de reden dat de raadsheer een verzoek tot verschoning heeft ingediend.
Een rechter kan niet zelf beslissen dat hij een zaak niet meer kan behandelen, dit moet worden voorgelegd aan rechters in een verschoningskamer. De rechters van de verschoningskamer beslissen dan of de rechter de zaak niet meer hoeft te behandelen.
Voor 1 juli 2025 wordt beslist op het verzoek.