Met wiethandelaar door het Wilde Brabant

Wat nou wietoorlog in Zuid-Nederland, dacht een Amsterdamse verslaggever bij Nieuwe Revu. Hij ging met gevaar voor eigen leven maar eens in Brabant kijken. Gelukkig, de verslaggever bracht het er levend van af. Ondanks het feit dat hij bij ene “Mike” in een stad als “Tilburg” op de bijrijderstoel plaatsneemt. Parkeerplaats op en parkeerplaats af. Hij krijgt een blok geld te zien (circa twee ton, ‘handelsgeld’). Een hoekje van het pak gaat los zodat hij de briefjes van 500 kan zien zitten. Mike koopt in voor buitenlandse cliënten en vertelt dat wiet doorgaans tussen de bloemen naar Engeland gaat.

Zelfde structuur, zelfde gewicht; bij de scan valt het de douane niet zo snel op.

Het verhaal in Nieuwe Revu brengt nog meer van dit soort wetenswaardigheden. Wist u dat de wiethandel in de zomermaanden een paar maanden plat ligt? Dan is het namelijk tijd voor Ibiza, terwijl de prijzen voor de achterblijvers omhoog schieten.

Ruim 1 miljard omzet per jaar doet de sector, dan kun je inderdaad wel twee maanden naar Ibiza of Altea.

Volgens Mike is het waar dat door de aandacht van de politie voor de wiet in Zuid-Nederland de sfeer is verhard. Doordat de politie de plantages die voorheen op de woonwagenkampen stonden niet meer tolereert is het aantal rippartijen toegenomen. En dan kan het uit de hand lopen.

Maar een Maastrichtse advocaat denkt toch dat 90% van de conflicten in de wietwereld ‘uitgepolderd’ wordt en niet uitgeschoten.

Bovendien, zegt Mike is praten sowieso handiger: ‘als je iemand neerknalt, is je geld ook weg.’

Deze week in de papieren Revu.