De 96-jarige vrouw die per brief aan de burgemeester van Leiden een moord uit 1946 bekende was Atie Ridder-Visser. Ze maakte onder de schuilnaam ‘Karin’ in de Tweede Wereldoorlog deel uit van de knokploeg van Marinus Post. De aanslag op Guljé was een naoorlogse liquidatie omdat het voormalige verzet hem verdacht van collaboratie met de Duitsers. Daarvan is hij echter na zijn dood vrijgesproken. Kijk naar een video.

Na de oorlog werkte Atie Ridder-Visser in Leiden bij de Politieke Opsporings Dienst (POD).

Begin van dit jaar zocht ze contact met de burgemeester van leiden.

De aanleiding om Guljé te liquideren lag in het feit dat hij als directeur van de Hollandse Constructie Werkplaatsen een door het verzet gesaboteerde brug bij Warmond, die van groot strategisch belang was, weer had laten repareren.

Maar Atie Visser wist niet dat de familie Guljé onderduikers in huis had tijdens de oorlog.

In 1947 vertrok ze naar Indië. Toen ze weer terug was in Nederland had ze aanvankelijk geen wroeging over de moord en volgde het nieuws over de zaak niet. Pas onlangs kreeg ze last van haar geweten.