Vincenzo Femia (67), kopstuk van een maffiaclan die onder de ‘Ndrangheta valt, is in de nacht van donderdag op vrijdag doodgeschoten in Rome. Hij is geraakt door zeker negen kogels toen hij door een buitenwijk van Rome reed in onder meer zijn hoofd en buik. Femia was twintig jaar lang in de top van de Romeinse afdeling van de clan San Luca, een van de gewelddadigste clans van de ‘Ndrangheta.

De politie vond Femia met zijn hoofd op het stuur, de motor van zijn auto draaide nog. Zijn auto zou vol kogelgaten zitten, bijna alle ramen waren gesneuveld. In Italiaanse media wordt gesuggereerd dat er meerdere schutters waren en dat Femia mogelijk in een hinderlaag is gelokt.

De ‘Ndrangheta wint snel aan invloed in de Italiaanse onderwereld. In de tweede helf van 2010 en begin 2012 leidde dat tot conflicten over onder meer de cocaïnehandel. De laatste maanden leek het juist wat rustiger.

Femia is in het verleden veroordeeld voor lidmaatschap van een criminele organisatie, internationale drugshandel, een poging tot moord en wapenbezit. Daarnaast is hij waarschijnlijk een van de mannen achter de vijfvoudige moord in Duisburg. Daar werden in een restaurant zes leden van een rivaliserende maffiaorganisatie vermoord. Zij waren een verjaardag aan het vieren toen ze onder vuur werden genomen. 

De moordpartij vloeide voort uit een jarenlange vete tussen verschillende families uit het Calebrese dorpje San Luca, de Nirta-Strangio en de Pelle-Vottari-Romeo. De vete tussen de families bekoelde tussen 2000 en 2006, maar laaide weer op toen Maria Strangio, de vrouw van een van de leiders van de Nirta-Strangio familie, eind 2006 werd vermoord. In 2009 werd Giovanni Strangio in Diemen opgepakt omdat hij een van de schutters zou zijn.