Nieuwe kroongetuige in Passage?

Door Nico Meijering.

Begin vorige week werden de advocaten in het Passageproces verrast door de mededeling van het OM – zowel per brief als in de media – dat men “in gesprek” is met een potentiële kroongetuige over diens bereidheid een verklaring af te leggen’. De verrassing zat niet zo zeer in het feit dat men in gesprek is met een dergelijke getuige.

Mijn kantoorgenoten en ik hadden met het nodige cynisme dit eigenlijk al veel eerder verwacht: een proces dat vier en een half jaar met mediabelangstelling loopt, motiveert altijd wel gelukszoekers om te proberen een slaatje te slaan uit de in de media opgedane feiten. Andere grote strafprocessen als het proces tegen de Hells Angels en tegen Mink K. hebben dat aangetoond.

Verrassend was hier het feit dat het OM een en ander wereldkundig maakte. “In gesprek” zijn betekent immers dat men er met de getuige nog niet uit is: de getuige wil mogelijk meer strafkorting of – zoals we bij de kroongetuige La S. hebben gezien – meer geld “voor zijn veiligheid”. Het betekent dat het dus mogelijk is dat men niet tot een deal komt en partijen weer uit elkaar gaan.

De vraag is of het de bedoeling is dat het OM in een dergelijk onderhandelingsstadium al de publiciteit kan en moet zoeken.

Ik denk van niet.

In de eerste plaats kunnen we dat uit de wet opmaken. De bedoeling van de wetgever is dat de gehele procedure tot aan de totstandkoming van een overeenkomst met een kroongetuige in beslotenheid plaatsvindt. Eerst nadat de deal is gesloten en door de rechter-commissaris als rechtmatig is beoordeeld, geeft de rechter-commissaris van het totstandkomen van de deal ‘kennis aan de verdachte, te wiens laste de verklaring is afgelegd’ (art. 226j WSv).

In de tweede plaats behoeft men nauwelijks jurist te zijn om te kunnen bedenken dat alleen al het enkele feit van het gaande zijn van dergelijke onderhandelingen in absolute stilte dient plaats te hebben: de identiteit van de potentiële kroongetuige zou dan namelijk op straat kunnen komen. Immers, indien een dergelijk getuige naar waarheid zou kunnen verklaren, dan zou al snel bedacht kunnen worden om wie het hier gaat.

Al te ver hoef je niet te zoeken, aangezien het in ieder geval moet gaan om iemand die al gevangenisstraf heeft of dreigt te krijgen: de wet schrijft immers voor dat de beloning alleen in strafkorting mag zitten.

In het Passageproces heeft het OM tot nu toe de mond vol gehad als het ging om vermeende veiligheidsrisico’s rondom de kroongetuige La S. Te pas en te onpas werd het veiligheidsargument ingezet om de verdediging de pas af te snijden of om te billijken dat men deze moordenaar tonnen meegeeft om zijn veiligheid (na ommekomst van de helft van zijn straf) zelf te regelen.

Tegen die achtergrond is het de grote vraag waarom het OM buiten de rechtszaal luidkeels voor de muziek uit is gaan lopen. Wat heeft het voor zin om volop voeding te geven aan allerhande speculaties over de identiteit van deze getuige?

De getuige komt daarmee alleen maar onder extra druk te staan en zal mogelijk daarom geen andere keuze meer hebben dan een deal te sluiten: immers, alleen dan komt hij in aanmerking voor bescherming.

En dergelijke druk zal het OM niet hebben willen uitoefenen.

Toch?

Nicolaas Meijering
Advocaat bij Meijering Van Kleef Ficq en Van der Werf advocaten