OM liet dna Vaatrstra-zaak liggen

Het Openbaar Ministerie en het Nederlands Forensisch Laboratorium (NFI) hebben in de zaak van de moord op de 16-jarige Marianne Vaatstra dna van een mogelijke dader links laten liggen. Volgens De Telegraaf is dat dna ontdekt door een ander forensisch lab. Het zat op het tasje van het op 1 mei 1999 vermoorde meisje. De dader is nog spoorloos.

Het Openbaar Ministerie in Leeuwarden heeft tegenover De Telegraaf bevestigd dat het NFI de sporen niet nader heeft onderzocht. Vader Bauke Vaatstra wist dit niet en heeft nu een advocaat in de arm genomen. ‘We eisen van justitie dat het onderzoek er alsnog komt en stappen anders naar de rechter’, zegt Vaatstra’s advocaat Job Knoester.

Het handelt om draait om een gedeeltelijk mannelijk dna-profiel dat het particuliere forensische bureau IFS in Hulshorst in 2006 heeft gevonden.

De tas lag naast het lichaam van het verkrachte en vermoorde meisje. Het NFI heeft dat tasje nooit bemonsterd, het is aan de familie teruggegeven.

De IFS-onderzoekers stelden vast dat de tas hoogstwaarschijnlijk bij de moord is gebruikt. ‘De dna-sporen op het hengsel doen vermoeden dat mijn dochter ermee is gekneveld en mogelijk gewurgd’, zegt Bauke Vaatstra.

IFS is wilde het dna vergelijken met dna dat het NFI eerder uit spermasporen op Marianne’s lichaam haalde. Maar het NFI weigerde het profiel aan IFS te verstrekken.

Waarom dat is gebeurd wil het OM niet zeggen. Wel zegt een woordvoerder later te hebben ingezien ‘dat de tas bij de uitvoering van het misdrijf kan zijn gebruikt’.

Begin 2007 droeg IFS de resultaten en de tas over aan het OM. Vaatstra zegt daarna van justitie te hebben gehoord dat een vergelijking door het NFI uitsloot dat het om dader-dna ging.

Nu blijkt echter dat justitie en NFI niets met de IFS-resultaten deden. ‘Het tasje was door de familie bewaard en kan gecontamineerd zijn met dna van anderen’, zegt het OM. ‘IFS was toen bovendien nog niet geaccrediteerd. Een betrouwbaar, vergelijkend onderzoek van de door IFS aangetroffen dna-kenmerken was niet mogelijk.’

Advocaat Knoester noemt dat onzin. ‘Justitie weet dat IFS destijds al volop werd ingeschakeld door rechtbanken die hun rapporten overnamen. Het lab bestaat uit ervaren oud-NFI’ers. Marianne’s tasje was alleen in handen van haar ouders, hun dna is uit het spoor te filteren. Dat het NFI niet zoiets simpels als een profielvergelijking wilde uitvoeren, is niet uit te leggen aan de nabestaanden.’