OM ondermijnde afperszaak zelf

Getuigen Remko van Lent en Jessica van Boven, die cruciaal zijn in het grote afpersproces tegen onder meer Donald G. en Harry S., en de officier van justitie die verantwoordelijk is voor het getuigenbeschermingsprogramma (TGB) spreken elkaar tegen. Woensdagmiddag kwam officier van justitie Marjolein Verwiel (foto) onder grote druk te staan. Ze kreeg het verwijt dat door onhandig optreden de getuige Remko van Lent definitief niet zal getuigen voor de Rotterdamse rechtbank.

Afgrond

Daarmee heeft het Openbaar Ministerie zelf de zaak Briard-zaak in de richting van de afgrond gestuurd. De zaak tegen de verdachten valt en staat met de verklaringen van Van Lent en Van Boven en dus moeten ze gehoord kunnen worden door de rechtbank. 

Geschminkt

Hoewel Marjolein Verwiel eerder voor de televisie optrad vond ze noodzakelijk zwaar geschminkt en onherkenbaar voor de rechtbank te verschijnen. De rechtbank wilde weten waarom van de getuigen op maandagavond een brief was bezorgd waarin de staat andermaal de overeenkomst en de beveiliging van hen wegtrok. Van Boven verscheen woensdag wel maar was geestelijk niet meer in staat te getuigen en reageerde zij onder emotioneel. De rechtbank vond dat Verwiel zich had moeten realiseren dat ze daarmee de getuigen zouden beïnvloeden terwijl ze wist dat in ieder geval Van Boven woensdag nog zou moeten getuigen. Ze zei dat ze dacht dat het verhoor al was afgerond.

Verband

Verwiel zei aanvankelijk dat ze niet dacht dat de brief door Van Lent en zijn ex-vrouw als onplezierig zou worden opgevat. De rechtbank wil nu dat de rechter-commissaris uitzoekt of de brief van het TGB opdracht gegeven om te onderzoeken of er causaal verband is tussen het afbreken van de getuigenverhoren en de brief van TGB.

Dinsdagmiddag spreekt het Openbaar Ministerie in haar requisitoir de strafeis uit.