Het Openbaar Ministerie wil strengere wetten om de aanhoudende liquidaties in de onderwereld beter te kunnen bestrijden. Het gaat dan met name om het verhogen van de maximumstraf voor lidmaatschap van een criminele organisatie. Ook moet het makkelijker worden om iemand te vervolgen voor het voorbereiden van een liquidatie. 

Dat stellen officieren van justitie Koos Plooij en Henk Mous in de NRC.

26Koper

Mous en Plooij doen hun uitspraken naar aanleiding van het vonnis in de 26Koper-zaak. Ze vinden dat in dit vonnis de bewijslast voor het voorbereiden van liquidaties heel hoog ligt en dat de strafmaat voor het lid zijn van een criminele organisatie in ernstige gevallen juist te laag is. In de 26Koper-zaak werden eind november de hoofdverdachten door de rechtbank in Amsterdam veroordeeld tot acht jaar cel voor lidmaatschap van een criminele organisatie. Plooij in de NRC: ‘Om te voorkomen dat we liquidaties alleen achteraf onderzoeken, heeft de recherche nieuwe tactieken ontwikkeld om dit soort misdaden te voorkomen. Dat is succesvol maar de maximale straf die kan worden opgelegd voor lidmaatschap van een criminele organisatie, spoort niet met de ernst van dit soort feiten.’

Voorbereiden moorden

De hoofdverdachten in de 26Koper-zaak werden niet veroordeeld voor het voorbereiden van moorden. Het Openbaar Ministerie had veertien tot zeventien jaar cel geëist. Die straf werd niet opgelegd, omdat er volgens de rechtbank alleen sprake kan zijn van voorbereiding van een moord als er concreet een slachtoffer in beeld is. Het OM gaat tegen die uitspraak in hoger beroep.