Martin Hillegers is in de periode voor de moord op zijn broer Remko op 23 november in Badhoevedorp twee keer door de Criminele Inlichtingendienst (CIE) gewaarschuwd dat zijn leven gevaar liep. ‘Ik vroeg wie dan, maar ze zeiden dat ze dat niet mochten vertellen’, zei Hilligers (46) donderdagmorgen op zitting bij de rechtbank van Amsterdam. Hij staat terecht voor bezit van een revolver met munitie. De officier van justitie eiste negen maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf.

Op 23 november vorig jaar stond Hillegers bij zijn autobedrijf op de dijk naast de ringvaart bij Badhoevedorp samen met zijn broer Remko, Martin van de P. en Jaap M. te praten toen rond rond 17.00 mannen met bivakmutsen en automatische wapens hen beschoten. Remko Hilligers werd dodelijk getroffen een van de metgezellen kreeg een schampschot.

Een officier van justitie van het Openbaar Ministerie in Haarlem, dat de zaak in onderzoek heeft, kwam in het huis van bewaring aan Hillegers vertellen dat de kogels niet voor Remko Hillegers maar voor hem waren bedoeld, zo zei Hillegers tegen de rechtbank. Of dat onderzoek inmiddels wat is opgeschoten is sterk de vraag. Voorzover bekend heeft geen van de betrokkenen verklaard over de mogelijke achtergrond van de schietpartij. De advocaat van Hillegers, John van Halderen, kreeg de dag na de aanslag te horen van een teamleider bij de politie dat als de betrokkenen niet zouden praten tegen de politie ‘het onderzoek snel een gesloten boek zou zijn’.

Op 1 december werd Remko Hillegers gecremeerd. Bij de politie was toen al anonieme CIE-informatie binnengekomen dat Martin Hillegers een wapen bij zich was gaan dragen. Na de crematie gingen familie en bekenden in een restaurant wat eten en drinken. In die gelegenheid viel die avond een zwaarbewapend arrestatieteam binnen. Alle gasten werden op de grond gegooid en onder schot gehouden terwijl Martin Hilligers werd afgevoerd.

Hillegers heeft verklaard dat de Smith&Wesson revolver hem was ‘aangereikt’ door een kennis, samen met een kogelwerend vest. Hij had eerst geaarzeld maar uiteindelijk toch besloten het wapen bij zich te steken. ‘Als mijn broertje niet was doodgeschoten, had ik hier niet gezeten’, zei Hillegers

Advocaat Van Halderen verwees naar een rapport van een psychiater waaruit blijkt dat Hillegers een ‘accute stressstoornis’ heeft overgehouden aan de aanslag. Hij zei dat Hillegers lijdt aan gevoelens van angst en hulpeloosheid en flashbacks heeft naar het moment waarop hij zijn broer in zijn armen de laatste adem uit zag blazen. Van Halderen vroeg daarom onstslag van rechtsvervolging en indien de rechtbank daarin niet zou meegaan schorsing van de voorlopige hechtenis van zijn cliënt.

Hillegers kreeg in 1992 negen jaar cel voor een doodslag en later 17,5 jaar voor verkrachting en een gijzeling van een gezin in Limburg. De officier van justitie eiste gelet op het strafblad negen maanden cel. Ze zei dat Hillegers ‘niet zomaar iemand’ was en al helemaal geen ‘first offender’.