Opsporing Verzocht: dodelijke roof uit 1974

Opsporing Verzocht besteedt dinsdagavond aandacht aan de dodelijke roofoverval uit 1974 op de Haagse weduwe Daisy Gijsbers (76). Een anonieme briefschrijver zegt te weten wie haar dood op zijn geweten heeft.

Overleden man

Daisy Gijsbers is op 28 december 1974 gevonden in haar kamer aan het Sweelinckplein in Den Haag gevonden. Een dag eerder is ze vermoord om haar juwelen. In oktober vorig jaar ontving een vrouw die destijds in Den Haag woonde, een anonieme brief. De afzender schrijft dat hij of zij weet wie mevrouw Gijsbers van het leven beroofd heeft en zinspeelt erop dat dit de inmiddels overleden man van de ontvanger zou zijn.

Nog een brief

Tegen het eind van het jaar ontvangt de vrouw ook een anonieme kerstkaart, in het begin van het nieuwe jaar gevolgd door nog een brief. Alles met dezelfde strekking; de briefschrijver heeft kennis van wie de weduwe om het leven heeft gebracht.

De vrouw neemt dan contact op met de politie. Hoe moeilijk ze dit ook vindt, ze wil weten of haar overleden man verantwoordelijk is voor de dood van mevrouw Gijsbers.

Bovenbuurvrouw

Het Coldcase-team van de politie-eenheid in Den Haag heeft de zaak opgepakt en zocht de stukken uit het politiearchief erbij. In het dossier is te lezen dat het slachtoffer vaak opvallend veel sieraden droeg. Die sieraden hebben waarschijnlijk de aandacht van de dader getrokken. Op vrijdagmiddag 27 december 1974 belde hij aan bij het huis waarin het slachtoffer een kamer op de begane grond bewoonde. De bovenbuurvrouw heeft hem binnengelaten en de kamer van mevrouw Gijsbers aangewezen. Zij vond haar de volgende dag en waarschuwde de politie.

Verjaard

De dader heeft geld en enkele sieraden meegenomen. De compositietekening die van de overvaller is gemaakt, lijkt op de echtgenoot van de vrouw die de anonieme brieven heeft gekregen. Maar er is natuurlijk meer nodig dan een lijkende tekening en anonieme brieven als bewijs dat de overleden echtgenoot de dader zou zijn.

Opvallend aan de brieven is dat het handschrift van de eerste brief verschilt met dat van de tweede. In de tweede, meest concrete brief schrijft de afzender die zich Alice noemt, onder andere: ‘Ik heb een brief naar de media geschreven over de moord’ en ‘Mijn familie is op de hoogte gebracht. Loop er zelf al 40 jaar mee rond’. Ook schrijft ze dat niet zelf naar de politie stapt, omdat ze medeplichtig is. De zaak is echter verjaard. Er kan niemand meer voor worden aangehouden en vervolgd. De politie roept de briefschrijver op zich te melden. Er zullen geen strafrechtelijke gevolgen zijn.

De zaak van mevrouw Gijsbers figureerde in de allereerste uitzending van Opsporing Verzocht.