De rechtbank in Amsterdam heeft deze week twee jongens van 17 en 18 jaar veroordeeld voor hun betrokkenheid bij meerdere gewapende overvallen vorig jaar in Amsterdam en in Nieuw-Vennep. Op 29 mei 2013 eindigde deze reeks van overvallen met de gijzeling van een man in zijn woning in Nieuw-Vennep. De politie viel de woning binnen en schoot één van hen neer. Deze jongen heeft daardoor een dwarslaesie opgelopen en zit in een rolstoel. Hij hoeft niet naar de cel omdat de rechtbank detentie voor hem 'onmenselijk' vindt.

Geen redeljk doel

De rechtbank orrdeelt dat de jongens vele slachtoffers hebben gemaakt met hun overvallen. Beide verdachten waren ten tijde van de feiten niet ouder dan 17 jaar. De jongste verdachte is door de rechtbank veroordeeld tot een jeugddetentie van 18 maanden en een PIJ-maatregel (‘jeugd-TBS’). De oudste krijgt 24 maanden, de maximale jeugddetentie die aan een minderjarige kan worden opgelegd. Hij krijgt die straf voorwaardelijk opgelegd omdat de rechtbank het onmenselijk acht en geen redelijk doel vindt dienen om een jongen van nu 18 jaar met een dwarslaesie alsnog naar de gevangenis te sturen.

Minderjarigenstrafrecht

Het Openbaar Ministerie wilde gezien de ernst van de feiten dat de verdachten volgens het volwassenstrafrecht werden berecht. De officier eiste tegen de jongste 4 jaar gevangenisstraf en tbs en tegen de oudste, ondanks het feit dat hij een rolstoel zit, 7 jaar cel. De rechtbank heeft in deze zaak het minderjarigenstrafrecht toegepast, zoals ook door de advocaten van de jongens is bepleit. Ook de psychologen en psychiaters adviseerden berechting via het minderjarigenstrafrecht. Hoewel het om zeer ernstige feiten gaat, waren de jongens toen 17 jaar. De rechtbank volgt daarmee de wettelijke hoofdregel, de jurisprudentie en het internationale recht. De man uit Nieuw-Vennep die in zijn woning is gegijzeld en de medewerkers van de bedrijven die zijn overvallen hebben een schadevergoeding gekregen.