OvJ beschuldigt burgers zonder bewijs

Door Jan Boone

Vorige week vroeg een Marokkaanse cliënt van mij, die een theehuis had gehad dat door de Justitie was gesloten omdat door de bezoekers hasjiesj zou worden verhandeld, opgeroepen om door de Officier van Justitie in Utrecht gehoord te worden. Hij is daar heengegaan en trof daar nog vier andere mannen. Zij mochten niets zeggen maar moesten luisteren naar de Officier van Justitie die hen ging waarschuwen. Het ging om de bedreigingen aan burgemeester Wolfsen van Utrecht.

Mijn cliënt en de anderen werd verteld dat de burgemeester in het Arabisch was bedreigd. Hoe het mogelijk is dat Wolfsen dat Arabisch had kunnen verstaan bleef onduidelijk.

Ze moesten zoals gezegd hun mond houden en luisteren. De Officier van Justitie deelde mede dat als nog één keer de burgemeester bedreigd zou worden zij onmiddellijk daarvan de schuld zouden krijgen.

Deze gang van zaken is uniek. Het komt wel voor dat de politie mensen waarschuwt waarvan de politie denkt dat zij vermoord zullen worden. Maar iemand laten opdraven om aan te horen dat hij bij de eerst volgende keer beschuldigd zal worden van een bedreiging, is ongelooflijk. Je bent in Nederland verdachte of je bent het niet.

Het is niet mogelijk om binnen ons strafrecht burgers, waartegen geen enkele verdenking bestaat, als verdachte aan te merken, op te roepen en vervolgens toe te spreken op feiten en omstandigheden waar je geen enkele aanwijzing of bewijs voor hebt.

Dit heet nu criminaliseren. Cliënt heeft mij verzocht tekst en uitleg te vragen bij de Officier van Justitie en dat zal ik dan ook doen. Zonodig een klacht indienen tegen de Officier van Justitie, die dit krankzinnige plan heeft bedacht.

De Officier van Justitie in Utrecht meent dat je mensen van ernstige misdrijven kunt beschuldigen, zonder dat je daarvoor ook maar enig concreet bewijs hebt. Kennelijk is het voldoende om Marokkaan te zijn, die eigenaar was van een theehuis dat door de burgemeester werd gesloten omdat de klanten in zijn theehuis hasjiesj verhandelden. Dat dit cliënt grote schade heeft toegebracht en hij nu opnieuw wordt aangezien voor een grote crimineel, gaat alle perken te buiten. De Officier van Justitie is kennelijk van oordeel dat hij zich niet aan de Wet hoeft te houden. Een arrogantie, waarvoor de Officier van Justitie zich dient te verantwoorden.

Sterker nog, hij zal moeten uitleggen op grond van welk wetsartikel hij burgers kan oproepen om toe te spreken en ze niet als verdachte aan te merken, maar wel te beschuldigen van strafbare feiten. Kennelijk heeft de Officier van Justitie hier een nieuw opsporingsmiddel bedacht.

Het betekent dat u en ik vandaag of morgen zo maar van straat kunnen worden geplukt omdat de Justitie geen verdachte kan vinden.