De ‘Pablo Escobar van Ecuador’ is zaterdag met een zware escorte uitgeleverd aan de Verenigde Staten. Washington Edison ‘Gerald’ Prado runde een van de grootste drugsroutes van Zuid-Amerika. Zijn poging om voor amnestie in aanmerking te komen, mislukte.

Speedboten

De drugsbaron wordt ervan beschuldigd meer dan 250 ton cocaïne naar de Verenigde Staten te hebben gesmokkeld, via de route in Zuid-Amerika langs de kant van de Stille Oceaan. Dat schrijft de Washington Post. De politie claimt dat zijn misdaadorganisatie zeker 10 speedboten per week liet uitvaren, met per stuk aan boord zo’n 1000 kilo coke.

Domineren

Justitie vergelijkt Prado’s organisatie met het Medellin-kartel van Pablo Escobar, dat zo’n dertig jaar terug actief was, vanwege het feit dat hij net als Escobar de hele productie- en verkoopketen van cocaïne probeerde te domineren. Prado stond in het criminele milieu beter bekend als ‘Gerald’. Hij werd in april 2017 door de Colombiaanse autoriteiten gearresteerd, nadat er om zijn aanhouding was gevraagd door justitie in de Amerikaanse staat Florida.

Revolutionair

De drugsbaas vocht zijn uitlevering aan de V.S. aan, door te claimen dat hij een lid was van de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia, beter bekend als de FARC. Colombia grenst ten noorden aan Ecuador, en ligt niet ver verwijderd van de steden Cali en Medellin, bekend van de drugskartels.

Het was ook de Colombiaanse justitie die Prado gevangen had, en bekend maakte dat hij kon worden uitgeleverd, omdat men zijn verhaal niet geloofwaardig vond. Bij zijn uitlevering aan de V.S. is ‘Gerald’ begeleid door een groep van vijftig commando’s en agenten.