Een advocate uit Panama is door de rechtbank in Haarlem vorige week veroordeeld voor het smokkelen van ruim 2 kilo cocaïne via de luchthaven Schiphol. De vrouw is volgens de rechtbank niet van plan geweest om de drugs opzettelijk Nederland binnen te smokkelen. Ze is dan ook vrijgesproken van opzettelijke invoer maar ze had wel beter op de inhoud van haar koffer moeten letten, vindt de rechtbank, die haar veroordeelde tot vijf maanden cel. De officier had 24 maanden geëist.

De vrouw is op 29 mei 2012 te Schiphol aangehouden nadat ze vanuit Panama-Stad was aangekomen. Tijdens een douanecontrole is achter het binnenwerk van de bodem van een koffer – die zwaar aanvoelde en een verdikking in de bodem had – de coke gevonden.

De rechtbank zegt op grond van het bewijs niet te kunnen concluderen dat de vrouw wist dat zich in haar koffer cocaïne bevond. Zowel op de terechtzitting als bij de Koninklijke Marechaussee en de rechter-commissaris heeft ze ‘consistent en niet op voorhand ongeloofwaardig verklaard over het doel van haar reis van Panama naar Nederland en over de wijze waarop zij de beschikking over de koffer heeft gekregen’.

Bovendien is de rechtbank niet gebleken van een duidelijk motief om te smokkelen.

Ze heeft verteld dat ze naar Nederland is gereisd om een vriend te bezoeken. De koffers die ze bij zich had, waren van haar huisgenote geleend. Deze huisgenote had de koffers ook voor haar ingepakt omdat ze daar zelf in verband met haar drukke werkzaamheden als advocaat onvoldoende tijd voor had. Ze heeft verklaard dat zij alleen een korte blik in de (gepakte) koffers heeft geworpen voordat ze deze meenam en dat haar niets vreemds is opgevallen.

De rechtbank vindt dat de vrouw de koffers beter had moeten controleren. Ze had moeten weten dat vanuit landen in Midden- en Zuid-Amerika op grote schaal, via luchthavens, cocaïne naar landen in West-Europa wordt gesmokkeld.