De rechtbank van Amsterdam heeft vanmorgen in de beveiligde bunker in Amsterdam-Osdorp de voorlopige hechtenis van Pinny S. opgeheven. S. is verdachte in de grote liquidatie-zaak Passage. Zij zou de moord op sportschoolhouder Tonny van Maurik (foto) hebben uitgelokt. Van Maurik werd op 19 april 1993 bij het Altea-hotel geliquideerd in zijn Fort Escort. S. zit voor die moord al ruim drie jaar in voorlopige hechtenis in het huis van bewaring in Nieuwersluis. S. had destijds een liefdesrelatie met Van Maurik.

In de jaren negentig was zij ook al eens gearresteerd voor de zaak. 

S., die voorheen werkte als prostituee in de Stoofsteeg op de Wallen, kwam destijds in beeld door de verklaring van een oud-collega. Zij had verteld dat S. haar had gevraagd of zij misschien iemand wist die Van Maurik kon vermoorden. Op de fatale avond zou zij het slachtoffer naar het Altea Hotel hebben gelokt. Ander bewijs bestond uit telefoongesprekken tussen S. en Van Mourik en ook met telefoonnummers die zouden toebehoren aan mede-verdachten Moppie R., Jesse R. en Freek S.

Maar het bewijs kwam niet rond. In 1997 kreeg zij een kennisgeving van niet verdere vervolging.

In 2008 is het onderzoek heropend op basis van de verklaringen van kroongetuige Peter La S. Maar, La S. spreekt wél over Moppie R. en Jesse R. maar niet over Pinny S.

Sinds kort zijn Stijn Franken en Chrisje Zuur de nieuwe advocaten van S. Zij deden een verzoek tot opheffing omdat er geen ernstige bezwaren tegen S. meer zouden bestaan.

De rechtbank was het deels eens met de advocaten. Ze blijft wel verdachte en er zijn nog wel enige bewaren. Maar volgens de rechtbank zou de voornaamste grond voor de hechtenis nog de geschokte rechtsorde kunnen zijn. Dat was niet genoeg om de hechtenis te laten voortduren, oordeelde de rechtbank. 

Tranen en applaus van familieleden viel de voorzitter van de rechtbank ten deel vanaf de publieke tribune.