In de ontnemingszaak tegen de medeverdachten van de geliquideerde Aran de Jong heeft rechtbank in Den Bosch het Openbaar Ministerie dinsdag niet-ontvankelijk verklaard. De geëiste 23 miljoen euro mogen de criminelen houden.

Hasj

Justitie beschouwde Aran de Jong als de leider van een criminele organisatie die hasj uit Pakistan importeerde en wiet en hasj naar Engeland en Italië exporteerde. Kort voor de start van de inhoudelijke behandeling van zijn strafzaak werd De Jong in 2012 voor zijn huis door een onbekende doodgeschoten.

Nalatig

Zes medeverdachten kregen voor hun betrokkenheid bij de drugstransporten tot 6 jaar cel. Tijdens de loop van de slepende ontnemingszaak kwam het Openbaar Ministerie met telkens verschillende bedragen die de zes met hun criminele activiteit zouden hebben verdiend. De rechtbank eiste transparantie over de berekeningen die de officier van justitie maakte. Een verslag kwam echter niet op tafel.

Deze onduidelijkheid pikt de rechtbank niet. In het vonnis verwijt ze de officier van justitie ‘nalatigheid’ bij het berekenen van de criminele winst die de zes veroordeelden maakten. De rechtbank constateerde ook dat het afgelopen jaar helemaal geen onderzoek is verricht.

In een andere zaak oordeelde het gerechtshof deze zomer dat de kinderen en de weduwe van De Jong wel een belastingaanslag van 20 miljoen tegemoet kunnen zien.