De politie begint een proef in Utrecht, Amsterdam en Rotterdam om verdachten van plofkraken op allerlei manieren te hinderen. Bijvoorbeeld door ze te volgen, vermogen af te pakken en familieleden in de gaten te houden. Aldus het Algemeen Dagblad.

Utrecht en Amsterdam

De groep die de plofkraken in Nederland en Duitsland pleegt is volgens de politie afkomstig uit zo’n 300 jongere mannen uit de regio’s Utrecht en Amsterdam. Jos van der Stap, de leider van  het plofkraakteam van de Nationale Politie, heeft aan het AD uitgelegd wat ze gaan doen.

De proef zal dit jaar nog beginnen. Verdachten tegen wie niet voldoende bewijs is om ze in te rekenen zullen voortdurend in de gaten worden gehouden, door de politie maar ook door gemeenten en de Belastingdienst. Ook worden geldstromen in kaart gebracht, zodat we crimineel vermogen snel kan worden afgepakt. ‘Ook zullen we ze vaker op straat controleren’, zegt Van der Stap.

Broertjes

Ook familieleden van verdachten worden intensief gevolgd. Van der Stap in het AD: ‘We zien nu dat veel broertjes, net als hun oudere broers, in de zware misdaad belanden. Familieleden leren elkaar de fijne kneepjes van het vak. Dat moet stoppen door kinderen bijvoorbeeld op school aan te spreken en te begeleiden.’

De aanpak heeft parallellen met de redelijk succesvolle Top 600-aanpak in Amsterdam.

Overigens wijst Van der Stap erop dat plofkrakers tot de zwaarste categorie criminelen behoren. Na een gevangenisstraf gaan ze doorgaans gewoon weer door.